Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Arbeidsovereenkomst leerkracht ontbinden met toekenning neutrale vergoeding.

Uitspraak



beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 3136982 \ HA VERZ 14-190 \ 474 \ 450

uitspraak van 30 juli 2014

beschikking

in de zaak van

[eiser]

wonende te Kootwijkerbroek

verzoekende partij

verwerende partij

gemachtigde mr. I.A. Hoen

tegen

de vereniging Vereniging tot het verstrekken van basisonderwijs op Reformatorische grondslag te Kootwijkerbroek

gevestigd te Kootwijkerbroek

verwerende partij

verzoekende partij

gemachtigde mr. A. Klaassen

Partijen worden hierna aangeduid als [eiser] en de school.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift met producties

- het verweerschrift met producties tevens houdende zelfstandig verzoek tot ontbinding

- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 9 juli 2014 mede inhoudende de pleitnotities van de gemachtigde van [eiser] en de gemachtigde van de school

- de brief met producties d.d. 16 juli 2014 van de gemachtigde van de school, de brief van de gemachtigde van [eiser] d.d. 22 juli 2014 en de brief van de gemachtigde van de school d.d. 24 juli 2014, welke alle door de kantonrechter buiten beschouwing gelaten zullen worden.

1.2.

Daarna is op heden beschikking bepaald.

1.3.

De zaak is gelijktijdig behandeld met het door [eiser] aanhangig gemaakte kort

geding (zaaknummer 3176502 / VV EXPL 14-159), waarin eveneens op 30 juli 2014 vonnis

is bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiser], geboren op [geboortedatum], is vanaf 1 augustus 1994 als leerkracht/teamleider bij de school in dienst. Het salaris bedroeg laatstelijk € 4.359,80, inclusief vaste toelage van € 189,90, inkomenstoeslag van € 32,41, 8% vakantietoeslag en 6,3 % eindejaarsuitkering. De CAO voor Reformatorisch basisonderwijs is van toepassing.

2.2.

Op 22 februari 2014 is [eiser] namens het bestuur van de school geschorst hetgeen bij brief van 24 februari 2014 schriftelijk is bevestigd.

2.3.

Op 26 maart 2014 heeft de school aan [eiser] het voornemen geuit om hem met ingang van 14 april 2014 weer toe te laten tot de school, hetgeen bij brief van 28 maart 2014 is bevestigd.

2.4.

Op 27 maart 2014 is het personeel door de school van het besluit in kennis gesteld. In reactie daarop hebben op 28 maart 2014 een aantal personeelsleden het bestuur, de toezichtcommissie en de vertrouwenspersoon een ‘hartekreet’ gezonden, meegedeeld dat de veiligheid in de school, voor kinderen en personeelsleden, alleen gegarandeerd en geboden kon worden als [eiser] afwezig was en dringend verzocht om een gesprek met de school.

2.5.

Op 29 maart 2014 heeft een bijeenkomst op de school plaatsgevonden met de leerkrachten en het personeel. Een afschrift van het verslag daarvan bevindt zich bij de stukken.

2.6.

Bij brief van 3 april 2014 heeft de (gemachtigde van de) school [eiser], onder verwijzing naar de in de brief genoemde ontwikkelingen en integrale situatie, meegedeeld dat terugkeer op school niet meer mogelijk of wenselijk was en is hij geschorst omdat het belang van de instelling dat vorderde (art. 3.1.3 sub d CAO).

3 Het verzoek, het verweer en de beoordeling daarvan

3.1.

[eiser] verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met de school te ontbinden op grond van wijziging van omstandigheden, onder toekenning van een ontbindingsvergoeding en rekening houdend met een fictieve opzegtermijn alsmede met veroordeling van de school tot betaling van de volledige kosten van rechtsbijstand.

3.2.

[eiser] stelt ter onderbouwing van het verzoek het volgende. [eiser] is op 22 februari 2014 geschorst, nadat hij daags ervoor door de school is geïnformeerd over een door de ouders van een leerling tegen hem ingediende klacht. Volgens [eiser] heeft het bestuur van de school verzuimd de verkregen informatie te controleren en geen hoor en wederhoor toegepast. De schorsingsmaatregel was procedureel onjuist en gebaseerd op onterechte informatie. De hem door het bestuur op 26 maart 2014 gedane toezegging dat hij zou kunnen terugkeren op school, heeft, na door het personeel van de school tegen hem geuite bezwaren, geen doorgang gevonden. Volgens [eiser] is toen door het bestuur een situatie gecreëerd waarin terugkeer niet meer mogelijk was. Volgens [eiser] heeft de diffamerende communicatie over de redenen van de schorsing in belangrijke mate bijgedragen aan de negatieve beeldvorming rond zijn persoon en heeft de school verwijtbaar en onrechtmatig jegens hem gehandeld. De relaties met het bestuur van de school en zijn collega’s zijn onherstelbaar beschadigd en [eiser] stelt er daarom belang bij te hebben dat het dienstverband tegen de kortst mogelijke datum wordt beëindigd.

De reden voor de verstoorde arbeidsrelatie is volgens [eiser] uitsluitend toe te rekenen aan de school. [eiser] maakt aanspraak op een ontslagvergoeding ten bedrage van

€ 196.269,- (volgens de kantonrechtersformule waarbij factor C is 3). Daarnaast stelt [eiser] door de school onnodig op kosten van rechtsbijstand te zijn gejaagd, reden waarom hij verzoekt de school te veroordelen tot volledige vergoeding van de gemaakte kosten.

3.3.

De school verzoekt (bij wijze van zelfstandig tegenverzoek) ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [eiser] op grond van verandering van omstandigheden, daaruit bestaande dat er binnen de verschillende geledingen van de school geen enkel draagvlak meer is om de samenwerking met [eiser] voort te zetten. Na haar aanvankelijk op 26 maart 2014 geuite voornemen om [eiser] onder voorwaarden te laten terugkeren naar de school, bleken er bij het (nagenoeg voltallige) personeel van de school onoverkomelijke bezwaren tegen die terugkeer te bestaan. Bezwaren die bij de directeur van de school zijn neergelegd als een ‘hartekreet’. Daarop is besloten met spoed een bijeenkomst te laten plaatsvinden (29 maart 2014) waarin de bezwaren aan de orde zijn geweest. De school betwist met nadruk in de geuite klachten de hand te hebben gehad. Zij is door de intensiteit van de klachten overvallen en in een situatie van overmacht, waarin het belang en het voortbestaan van de school voorop moest staan, heeft zij, na op 22 april 2014 advies te hebben ingewonnen bij de Adviescommissie, besloten dat terugkeer voor [eiser] niet meer mogelijk was.

3.4.

De school voert gemotiveerd verweer tegen toekenning van de door [eiser] verzochte ontbindingsvergoeding. De school betwist de stellingen van [eiser] dat zij verwijtbaar zou hebben gehandeld. De (verlenging van de) schorsingen waren volgens de school niet onterecht en niet procedureel onjuist – het ging om een ordermaatregel en niet om een disciplinaire schorsing – en het beginsel van hoor en wederhoor is evenmin geschonden.

De school stelt zich op het standpunt dat haar geen verwijt treft zodat een vergoeding dient te worden afgewezen en zo de kantonrechter al zou oordelen dat sprake is van een ‘neutrale beëindiging’ er reeds in een vergoeding is voorzien omdat [eiser] op grond van de CAO naast een ww-uitkering aanspraak heeft op een omvangrijke (aanvullende en aansluitende) bovenwettelijke uitkering. De school verzoekt de kantonrechter daarom de arbeidsovereenkomst met [eiser] te ontbinden onder toepassing van een neerwaartse correctie van de C-factor (zonder toekenning van enige vergoeding) en het verzoek van [eiser] ten aanzien van een fictieve opzegtermijn en de kosten van rechtsbijstand af te wijzen.

3.5.

De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het tegenverzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in art. 7:685 lid 1 BW.

3.6.

Tussen partijen is niet in geschil dat de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn dient te worden ontbonden; beide partijen verzoeken immers die ontbinding. De kantonrechter is, gelet daarop, voornemens de arbeidsovereenkomst per 1 september 2014 te ontbinden.

3.7.

De kantonrechter is voorts van oordeel dat aan [eiser] ten laste van de school een billijke vergoeding dient te worden toegekend. In deze ontbindingsprocedure moet worden aangenomen dat de eind maart 2014 ontstane conflictueuze situatie op de school en de verstoorde arbeidsrelatie niet aan [eiser] zijn te wijten. Van belang is wel dat het conflict dat tijdens de bijeenkomst van leraren en/of personeel van de school op 29 maart 2014 is ontstaan en dat – in de woorden van de school – een eigen dynamiek kende, in de risicosfeer van de school ligt, ook al zou de school in het ontstaan daarvan geen rol hebben gespeeld. Deze procedure leent zich niet voor een diepgaand onderzoek naar de over en weer aangedragen feiten - in beginsel worden in een procedure als de onderhavige geen getuigen gehoord – en ligt het meer voor de hand dat [eiser], indien hij van mening blijft dat de school zich onrechtmatig jegens hem heeft gedragen, een bodemprocedure aanhangig maakt. Niet valt uit te sluiten dat de bodemrechter in die procedure niet enkel de gestelde onrechtmatige gedragingen van de school (onder andere van procedurele aard) zal betrekken, doch ook, indien aangevoerd, zal onderzoeken of er gronden aanwezig waren voor het verzet van leerkrachten en ouders tegen een terugkeer van [eiser]. De complexiteit van deze zaak gaat de grenzen van de ontbindingsprocedure te boven.

3.8.

Het argument van de school dat [eiser] aanspraak heeft op een omvangrijke (aanvullende en aansluitende) bovenwettelijke uitkering, die door haar als ‘riant’ wordt omschreven, hetgeen zou moeten leiden tot ontzegging van enige vergoeding, wordt gepasseerd. Het bestaan van de wachtgeldregeling staat in de gegeven omstandigheden aan toekenning van een neutrale vergoeding niet in de weg. De stelling van de school dat in onderwijszaken als de onderhavige het ontzeggen van een vergoeding niet meer is dan een billijke correctie ter voorkoming van overbevoordeling van onderwijspersoneel boven werknemers bij andere instellingen en bedrijven, speelt in het billijkheidsoordeel van de kantonrechter geen rol. Overigens is, in abstracto geoordeeld, geen grond aanwezig voor deze stelling. Met de door [eiser] verzochte fictieve opzegtermijn zal geen rekening worden gehouden.

3.9.

Gelet op het voorgaande komt de kantonrechter tot het oordeel dat aan [eiser] een neutrale vergoeding dient te worden toegekend van € 63.300,- bruto (volgens de kantonrechtersformule waarbij factor C is 1).

Daarbij is uitdrukkelijk geen rekening gehouden met de door [eiser] gestelde en door de school gemotiveerd betwiste onrechtmatige gedragingen van de school en evenmin met een - vermeende maar betwiste - procedureel of formeel onjuiste handelwijze van de school.

3.10.

De kantonrechter is voornemens de arbeidsovereenkomst te ontbinden met ingang van 1 september 2014 en daarbij aan [eiser] een vergoeding van € 63.300,- bruto toe te kennen. Omdat de toe te kennen vergoeding lager is dan [eiser] heeft verzocht, respectievelijk hoger dan de school heeft aangeboden, krijgen [eiser] en de school de gelegenheid het verzoek in te trekken.

3.11.

Voor toewijzing van de door [eiser] verzochte volledige vergoeding van kosten van rechtsbijstand, bestaat geen grond, zodat dit dient te worden afgewezen. De proceskosten zullen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4 De beslissing

De kantonrechter

4.1.

stelt [eiser] en de school in de gelegenheid het verzoek uiterlijk op 15 augustus 2014 in te trekken door een schriftelijke mededeling aan de griffier van de rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Arnhem, postbus 9030, 6800 EM Arnhem;

als [eiser] en de school het verzoek niet intrekken:

4.2.

ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 september 2014 en kent aan [eiser] ten laste van de school een vergoeding toe van € 63.300,- bruto;

in alle gevallen:

4.3.

compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. W.H. van Empel en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2014.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature