Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

'Aanbesteding strooizout door gemeenten met een looptijd van drie jaar en met een optie

tot verlenging voor tweemaal één jaar: overheidsopdracht voor leveringen of raamovereenkomst?'

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK BREDA

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 236855 / KG ZA 11-349

Vonnis in kort geding van 19 juli 2011

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

EUROSALT HANDELMAATSCHAPPIJ B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

eiseres,

advocaat mr. W.M. Ritsema van Eck,

tegen

1. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE ALPHEN-CHAAM,

zetelend te Alphen, (Noord-Brabant)

2. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE CROMSTRIJEN,

zetelend te Numansdorp,

3. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE DRIMMELEN,

zetelend te Made,

4. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE ETTEN-LEUR,

zetelend te Etten-Leur,

5. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE GEERTRUIDENBERG,

zetelend te Raamsdonksveer,

6. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE GILZE-RIJEN,

zetelend te Rijen,

7. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE OOSTERHOUT,

zetelend te Oosterhout,

8. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE OUD-BEIJERLAND,

zetelend te Oud-Beijerland,

9. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE REIMERSWAAL,

zetelend te Kruiningen,

10. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE THOLEN

zetelend te Tholen,

11. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE WOENSDRECHT

zetelend te Hoogerheide,

12. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE WOUDRICHEM

zetelend te Woudrichem,

13. de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE ZUNDERT

zetelend te Zundert,

gedaagden,

advocaat mr. N. van Nuland,

en de interveniërende partij

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DE NEDERLANDSE ZOUTBANK B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

eiseres in het incident tot tussenkomst,

advocaat mr. N.F.H. van Eijk.

Eiseres zal hierna ‘Eurosalt’ genoemd worden. Gedaagden zullen worden aangeduid als ‘de gemeenten’. De interveniërende partij zal ‘De Nederlandse Zoutbank’ genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de op 1 juli 2011 uitgebrachte dagvaarding met producties 1 tot en met 9 van Eurosalt,

- de incidentele conclusie tot tussenkomst dan wel voeging van De Nederlandse Zoutbank,

- de brief van 8 juli 2011 van Eurosalt houdende akte wijziging van eis, met producties 10 tot en met 13,

- de akte houdende producties a tot en met j van de gemeenten,

- de brief van 11 juli 2011 met productie k van de gemeenten,

- het faxbericht van 12 juli 2011 met producties l en m van de gemeenten,

- het faxbericht van 12 juli 2011 met productie n van de gemeenten,

- de mondelinge behandeling ter zitting van 12 juli 2011,

- de pleitnota van Eurosalt,

- de pleitnota van de gemeenten,

- de pleitnota van De Nederlandse Zoutbank.

1.2. De voorzieningenrechter heeft partijen ter zitting van 12 juli 2011 omtrent het incidentele verzoek tot tussenkomst c.q. voeging van De Nederlandse Zoutbank gehoord en de beslissing op dat verzoek uitgesteld tot dit vonnis.

1.3. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2. Het geschil in de hoofdzaak tussen Eurosalt en de gemeenten

2.1. Eurosalt vordert, na wijziging van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad de gemeenten te bevelen om binnen vijf dagen na datum van het vonnis:

a. het gunningvoornemen aan De Nederlandse Zoutmaatschappij B.V. in te trekken;

b. de Europese aanbesteding “Strooizout gezamenlijke gemeenten” met kenmerk SIW/GEZ/MS/2011/001 te staken en gestaakt te houden;

c. een en ander op straffe van een dwangsom van EURO 1.300.000,00 (EURO 100.000,00 per gedaagde) voor iedere overtreding en voor iedere dag of gedeelte daarvan dat deze overtreding voortduurt;

en de gemeenten hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, een tegemoetkoming in de kosten van juridische bijstand en de wettelijke nakosten daaronder begrepen, met bepaling dat over voornoemde bedragen wettelijke rente verschuldigd zal zijn.

2.3. De gemeenten voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3. Het geschil in het incident tot tussenkomst dan wel voeging

3.1. De Nederlandse Zoutbank vordert bij incidentele conclusie tot tussenkomst dan wel voeging:

- haar te laten tussenkomen in het tussen Eurosalt en de gemeenten aanhangige geding dan wel haar als voegende partij toe te laten aan de zijde van de gemeenten;

- Eurosalt niet ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, althans haar vorderingen af te wijzen;

- Eurosalt te veroordelen in de kosten van het geding daaronder begrepen de kosten van rechtsbijstand aan de zijde van De Nederlandse Zoutbank.

3.2. Eurosalt voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling

4.1. In het incident stelt de voorzieningenrechter vast dat De Nederlandse Zoutbank weliswaar belang heeft bij haar primaire vordering tot tussenkomst, maar dat zij geen zelfstandige vordering tegen de twee andere partijen heeft geformuleerd, terwijl dat juist het specifieke kenmerk van de zelfstandige positie van een tussenkomende partij is. Dat leidt ertoe dat haar vordering tot tussenkomst zal worden afgewezen. Haar subsidiaire vordering, voeging aan de zijde van de gemeenten, wordt toegewezen.

4.2. Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de produkties wordt in dit kort geding uitgegaan van de navolgende feiten:

- De gemeenten hebben op 11 april 2011 de overheidsopdracht ‘Aanbesteding Strooizout gezamenlijke gemeenten’ aangekondigd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Het betreft een openbare Europese procedure. De korte omschrijving van de opdracht luidt: 13 gemeenten willen gezamenlijk het strooizout inkopen. Doel is te komen tot een meerjarige opdracht van drie jaar met de mogelijkheid tot verlenging met nogmaals twee maal één jaar met één leverancier die voorziet in de levering van strooizout. In deze aankondiging is als omzeteis vermeld: “1. De jaaromzetten over de jaren 2007, 2008 en 2009 van de betreffende divisie waar de diensten van deze aanbesteding onderdeel van uit maken. Een vereist minimum is het aanleveren van een verklaring waaruit minimaal een jaaromzet blijkt van 500.000,- EUR per boekjaar, op het gebied van leveren van strooizout.”

- De aanbesteding is volgens de openbare procedure van de Europese richtlijn 2004/ 18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 uitgevoerd. Tevens is het Besluit Aanbestedingsregels Overheidsopdrachten van toepassing verklaard op deze procedure.

- Op 13 mei 2011 is een rectificatie gepubliceerd van de opdracht op de TED-website (http://ted.europa.eu/TED), daarin is de omzeteis als volgt omschreven: “ In plaats van: (…) een vereist minimum is het aanleveren van een verklaring waaruit minimaal een jaaromzet blijkt van 500.000,- EUR per boekjaar, (…)

Te lezen: (…) Een vereist minimum is het aanleveren van een verklaring waaruit minimaal een totale jaaromzet blijkt van 500.000,- EUR over 3 jaren (2007, 2008 en 2009) (…)”

- Het gunningscriterium is de laagste prijs.

- De gemeenten hebben zich bij deze aanbestedingsprocedure laten bijstaan door het Inkoopbureau West-Brabant (hierna te noemen: het Inkoopbureau).

- Tot de aanbestedingsstukken behoren een Programma van Eisen (hierna te noemen: PvE) en een Nota van Inlichtingen (hierna te noemen: NvI) .

- In het PvE staat, voor zover relevant:

‘2.2 Verplichtingen opdrachtgevers en inschrijver

(…) het is lastig voor de opdrachtgevers om voorafgaand aan het contract een inschatting te kunnen maken van de hoeveelheid strooizout die jaarlijks benodigd is. Een factor die hierbij ook een belangrijke rol speelt is de loodscapaciteit van de verschillende opdrachtgevers.

Aan het begin van elk seizoen gedurende het contract, te weten vóór 1 mei, geeft elke individuele opdrachtgever aan opdrachtnemer het volume aan dat hij voor dat seizoen wenst te bestellen. Dit volume kan dus jaarlijks variëren. Ten aanzien van dit volume dient opdrachtnemer een 100% leveringsgarantie aan te gaan.

Van dit volume zijn de individuele opdrachtgevers verplicht om 75% af te nemen. Dit is de gegarandeerde afname. Voor wat betreft de overgebleven 25% (potentiële afname) van het bestelde volume geldt dat opdrachtnemer het risico dient te dragen dat opdrachtgever deze hoeveelheid niet afneemt. Hierop is echter wel de 100% leveringsgarantie van toepassing. Deze potentiële afname

kunt u zien als een buffer in geval van nood.

(…)

Indien de situatie zich voordoet dat er een daadwerkelijk groter volume wordt besteld dan het volume dat is vastgesteld aan het begin van het seizoen (gegarandeerde afname + potentiële afname), zal opdrachtnemer deze hoeveelheden zout alsnog tegen de vastgestelde contractprijs leveren. Opdrachtnemer kan hiervoor onder geen enkele voorwaarde een andere prijs berekenen. Voor deze bestellingen geldt geen leveringsverplichting, maar heeft opdrachtnemer wel de inspanningsverplichting om zo snel als mogelijk aan de vraag te voldoen.

(…)

2.4 Hoeveelheden strooizout

De verbruikte hoeveelheden strooizout per jaar per gemeente worden als volgt ingeschat op basis van het verbruik gedurende de afgelopen 5 jaren (winterseizoen 2006/2007 tot en met winterseizoen 2010/2011):

Strooizout (steenzout of zeezout)

Gemeente Hoeveelheid

Alphen-Chaam 300 ton

Cromstrijen 150 ton

Drimmelen 300 ton

Etten-Leur 375 ton

Geertruidenberg 150 ton

Gilze en Rijen 500 ton

Oosterhout 500 ton

Oud-Beijerland 145 ton

Reimerswaal 196 ton

Tholen 230 ton

Woensdrecht 300 ton

Zundert 300 ton

Totaal 3596 ton

Aan de bovenstaande hoeveelheden zijn geen rechten te ontlenen. De cijfers zijn uitsluitend als indicatie bedoeld voor de berekening van de opdrachtwaarde. Per jaar (seizoen) zal per individuele opdrachtgever het daadwerkelijke volume worden vastgesteld. Voor het eerste jaar van het contract zullen de gegarandeerde en potentiële volumes met grote zekerheid afwijken van de hierboven genoemde gemiddelde afnamen. Dit heeft te maken met het feit dat alle gemeenten de loodscapaciteit momenteel maximaal benutten en vol hebben liggen.”

(…)

2.5 Leveringstermijn en leveringsvoorwaarden

2.5.1 Zomer- en winterleveranties

In het meerjaren contract wordt onderscheid gemaakt tussen de zomer- en winterleveranties.

(…)

2.5.2 Leveringstermijnen

Winterleveranties dienen plaats te vinden op werkdagen binnen 24 uur, geteld vanaf het moment van bestelling (per e-mail of telefonisch).

(…)

2.5.3 Leveringshoeveelheid en leveringswijze

(…)

De minimale leveringshoeveelheid per keer bedraagt 30 ton.

2.5.4 Leveringscondities

Alle levering geschiedt Delivery Duty Paid ( Incoterms 2000)

(…)

2.5.5 Bestellingen

Bestellingen van strooizout door de opdrachtgever bij de opdrachtnemer vinden schriftelijk, per e-mail, bij plaats. Na bestelling stuurt opdrachtnemer te allen tijde en per omgaande een ontvangstbevestiging per e-mail retour. Deze ontvangstbevestiging bevat de leveringshoeveelheid en de datum van aflevering met verwacht tijdstip.

(…)

- In de Nota van Inlichtingen staat, voor zover relevant:

Vraag 12

Pagina 8. U geeft aan dat aan de genoemde hoeveelheden geen rechten zijn te ontlenen, echter de opdracht dient wel voldoende bepaalbaar te zijn. In het algemeen wordt bij hoeveelheden dan ook een marge van 50% aangehouden (zie ook artikel 31 lid 4 van 3 Bao ) Indien hoeveelheden teveel afwijken van de informatie tijdens de aanbesteding is sprake van een wezenlijke wijziging. Kunt u bevestigen dat de hoeveelheden onder contract per gemeente maximaal 150% van de genoemde hoeveelheid zal zijn?

Antwoord op vraag 12:

Dit kunnen wij niet bevestigen.

(…)

Vraag 25

Pagina 18. In paragraaf 4.1.7 stelt u dat aan de aantallen geen rechten ontleend kunnen worden, echter bij een raamovereenkomst dient de opdracht voldoende bepaalbaar te zijn. Het noemen van getallen is juist bedoeld om de opdracht bepaalbaar te maken, het dient dus wel een doel en daarmee enig recht. Uw ontzegging van het recht tot bepaalbaarheid van de opdracht is dus een onrechtmatige daad als het gaat om de aanbestedende procedure. Uw aantallen dient u dan ook bepaalbaar en met rechte weer te geven.

Het wijzigen van de aantallen kan in voorkomende gevallen leiden tot een volkomen andere aanbesteding, waarbij leverancier wellicht niet aan had willen deelnemen.

Antwoord op vraag 25

Allereerst willen wij u er graag op wijzen dat de overeenkomst die wordt gesloten geen raamovereenkomst betreft.

Ten tweede willen wij u er nogmaals op wijzen dat wij een zeer bepaalbaar contract aangaan, waarin wij per jaar een indicatie geven van het volume van het komende jaar, waarvan wij tevens een afnameverplichting hebben van 75%. Hiervoor verwijzen wij u ook naar het antwoord op vraag 12.

Ten derde willen wij benadrukken dat de door ons benoemde aantallen en volumes in het Programma van Eisen gebaseerd zijn op de reële afnames gedurende de laatste 5 jaren. Hierin zijn dus zowel de laatste jaren met hoge afnames meegenomen als ook de jaren met een “normale” afname. Dit maakt de omvang van het contract dus zeker bepaalbaar.”

- Onder andere Eurosalt, Jos Scholman Handelsmaatschappij B.V. en De Nederlandse Zoutbank hebben zich voor deze opdracht ingeschreven.

- Op 6 juni 2011 om 11:00 uur sloot de aanbesteding.

- Bij brief van 16 juni 2011 hebben de gemeenten aan de inschrijvers bericht dat zij voornemens zijn de opdracht te gunnen aan Jos Scholman B.V.

- Bij brief van 7 juli 2011 hebben de gemeenten aan de inschrijvers bericht dat de voorlopige gunning aan Jos Scholman Handelsmaatschappij B.V. is ingetrokken omdat niet het vereiste bewijs is geleverd dat zij voldoet aan de minimumomzet. In dezelfde brief hebben de gemeenten bericht voornemens te zijn de opdracht te gunnen aan de opvolgende inschrijver, zijnde De Nederlandse Zoutbank.

4.3. Eurosalt legt aan haar vordering ten grondslag dat de gemeenten onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld aangezien de aanbesteding in strijd is met het bepaalde in artikel 32 Bao . Volgens Eurosalt moet de overeenkomst zoals beschreven in het PvE en de NvI worden aangemerkt als een raamovereenkomst die voor maximaal vier jaar mag worden afgesloten. Eurosalt voert aan dat nu de gemeenten hebben aanbesteed voor een periode van drie jaar met de mogelijkheid tot verlenging van twee maal één jaar, de aanbesteding in strijd is met de wet.

Eurosalt stelt tevens dat De Nederlandse Zoutbank niet voldoet aan de omzeteis zoals opgenomen in de aanbestedingsdocumenten en de gemeenten om die reden hun voornemen om de opdracht te gunnen aan De Nederlandse Zoutbank moeten intrekken.

4.4. De gemeenten betwisten dat zij op enige wijze onrechtmatig jegens Eurosalt hebben gehandeld. De gemeenten stellen dat Eurosalt haar rechten om te klagen over zowel de vorm als de looptijd van de voorliggende overheidsopdracht als de verduidelijkte omzeteis heeft verwerkt. Voor zover Eurosalt haar rechten niet verwerkt of verloren zou hebben, stellen de gemeenten zich op het standpunt dat Eurosalt geen belang heeft bij haar vorderingen.

Volgens de gemeenten is sprake van een reguliere overheidsopdracht die is aanbesteed en is geen sprake van een raamovereenkomst. Indien de voorzieningenrechter van mening is dat toch sprake is van een raamovereenkomst dan stellen de gemeenten dat veeleer sprake is van een overeenkomst met een looptijd van drie jaar nu allerminst zeker is dat de overeenkomst verlengd gaat worden. Volgens de gemeenten is daarnaast van belang dat de gemeenten het eerste jaar van de overeenkomst minder zullen afnemen en dat betekent volgens de gemeenten dat indien de vaste en variabele tijd opgeteld zouden moeten worden, in feite sprake is van een maximale looptijd van vier jaar. Tot slot beroepen de gemeenten zich op bijzondere omstandigheden die een langere looptijd rechtvaardigen ingevolge artikel 32 lid 5 Bao .

Ten aanzien van de omzeteis stellen de gemeenten dat zij deze omzeteis helder en duidelijk hebben omschreven en tijdig hebben gewijzigd. De gemeenten hebben er op gewezen dat De Nederlandse Zoutbank voor haar economische draagkracht een beroep doet op Aannemingsbedrijf Vermeulen Benthuizen BV en dat De Nederlandse Zoutbank een accountantsverklaring heeft overgelegd waaruit blijkt dat zij aan deze omzeteis voldoet.

4.5. De Nederlandse Zoutbank stelt dat de aanbestedingsprocedure voldoet aan de aanbestedingsregels en dat zij geldig heeft ingeschreven voor de opdracht. Volgens De Nederlandse Zoutbank voldoet zij aan de gestelde omzeteis zoals gepubliceerd op 13 mei 2011 en zoals ook weergegeven in de door de gemeenten gewijzigde bijlage 9. Aangezien zij na Jos Scholman Handelsmaatschappij B.V. degene was die met de laagste prijs heeft ingeschreven, komt zij in aanmerking voor de gunning van de opdracht, aldus De Nederlandse Zoutbank.

4.7. De kernvraag die partijen verdeeld houdt is of bij deze aanbesteding sprake is van een overheidsopdracht in de zin van artikel 1 sub i Bao of van een raamovereenkomst in de zin van artikel 1 sub n Bao.

4.8. Als uitgangspunt heeft te gelden dat de gemeenten als aanbesteders de voor hen geldende wettelijke voorschriften in acht moeten nemen, dat zij inschrijvers gelijk moeten behandelen, dat zij transparant, objectief en controleerbaar moeten handelen en dat zij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht moeten nemen. Dit betekent voor de onderhavige aanbesteding dat duidelijk uit de aanbestedingsstukken moet volgen dat sprake is van hetzij een overheidsopdracht hetzij een raamovereenkomst

4.9. De voorzieningenrechter heeft de raadsman van de gemeenten ter zitting gevraagd of de gemeenten toerekenbaar zouden tekortkomen indien zij, om financiële of andere reden, géén jaarlijkse opgave doen en niets afnemen. Het antwoord luidde ontkennend. Dit is ook de inhoud van het aanbestedingsdocument: er wordt géén enkele opdracht verstrekt. Van een overheidsopdracht zoals gedefinieerd in art 1sub i Bao is daardoor geen sprake. Daarentegen is er sprake van een raamovereenkomst zoals bedoeld in artikel 1 sub n Bao. Daaraan doet niet af dat het onwaarschijnlijk is dat er géén opgave zal worden gedaan en niets zal worden afgenomen. Deze onwaarschijnlijkheid maakt integendeel makkelijker voor de gemeenten om een concrete verplichting tot een minimum-afname aan te gaan, met daarnaast afspraken over een bijkomende variabele afname.

4.10. Ingevolge artikel 32 lid 5 Bao is de maximale looptijd van een raamovereenkomst 4 jaar behalve in uitzonderingsgevallen die deugdelijk gemotiveerd zijn. Doel van deze regeling is te voorkomen dat een raamovereenkomst gedurende een te lange periode de markt afsluit. Effectieve rechtshandhaving van deze termijn vereist dat niet enkel en alleen naar de vaste looptijd van drie jaar wordt gekeken -zoals door de gemeenten bepleit- maar dat hierbij tevens de verlenging van tweemaal één jaar moet worden betrokken. Een andere uitleg zou deze wettelijke grens betekenis ontnemen.

4.11. Het betoog van de gemeenten dat feitelijk is aanbesteed voor de duur van vier jaar wordt, conform het standpunt van Eurosalt, verworpen. In de aanbestedingsstukken zelf is immers duidelijk opgenomen dat het een contract betreft voor de duur van drie jaar met een mogelijke verlenging van tweemaal één jaar. De gemeenten kunnen zich dan ook niet beroepen op een andere looptijd dan die zij zelf hebben opgenomen in de aanbestedingsstukken.

4.12. Ook het betoog van de gemeenten dat bijzondere omstandigheden een langere looptijd rechtvaardigen, wordt verworpen. De gemeenten stellen dat zij belang hebben bij een contract dat mogelijk vijf jaar kan duren omdat zij dan afhankelijk van de prijs van het zout al dan niet kunnen beslissen om de looptijd te verlengen. Uiteraard maken de gemeenten hier alleen gebruik van indien de overeengekomen prijs voor het zout lager is dan de op dat moment gangbare prijs. Dit is echter geen bijzondere omstandigheid in de zin van artikel 32 lid 5 Bao . De gemeenten kunnen langer dan 4 jaar de markt afsluiten hetgeen in strijd is met het doel van artikel 32 lid 5 Bao . Een marktdeelnemer als Eurosalt wordt hierdoor potentieel benadeeld en kan zich beroepen op die wettelijke grens

4.13. Het voorgaande betekent dat een raamovereenkomst is aanbesteed in strijd met de wettelijke bepaling van artikel 32 Bao .

4.14. De gemeenten hebben gesteld dat Eurosalt haar rechten heeft verwerkt omdat zij niet in de vóórfase zou hebben geklaagd.

Vooropgesteld wordt dat bij strijd met deze wettelijke bepaling, dit verweer geen doel kan treffen. Bovendien is van meet af aan door Eurosalt kenbaar gemaakt aan de gemeenten dat zij vond dat sprake was van een raamovereenkomst (zie vraag 22 NvI). Dat dit tevens gevolgen had voor de toegestane looptijd waarvoor werd aanbesteed, moet voor de gemeenten duidelijk zijn geweest.

4.15. Voorgaande overwegingen leiden tot de conclusie dat de vordering om de gemeenten te gebieden de aanbesteding te staken en gestaakt te houden, behoort te worden toegewezen. Er is voor de voorzieningenrechter geen andere, minder ingrijpende, maatregel voor handen dan dat opnieuw zal moeten worden aanbesteed, uiteraard alleen indien de gemeenten dat willen. De vordering sub a heeft daarnaast geen zelfstandige betekenis. Het gunningvoornemen mag uiteraard niet worden uitgevoerd.

4.16. Oplegging van een dwangsom acht de voorzieningenrechter niet noodzakelijk. Vooralsnog is er geen reden aanwezig om te veronderstellen dat de gemeenten dit vonnis niet zullen nakomen. Deze vordering wordt afgewezen.

4.18. De gemeenten zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

De kosten aan de zijde van Eurosalt worden begroot op:

- vast recht EUR 568,00

- kosten dagvaarding (13x 76,31) 992,03

- overige kosten 0,00

- salaris 816,00

Totaal EUR 2.376,03

4.19. De nakosten, waarvan Eurosalt betaling vordert, zullen op de hierna te melden wijze worden begroot. De gevorderde wettelijke rente over de nakosten zal - vanwege het verschil in het moment van intreden van verzuim ten aanzien van de in het dictum vermelde onderdelen van de nakosten - als volgt worden toegewezen.

4.20. Gelet op het voorgaande zullen de vorderingen van de Nederlandse Zoutbank worden afgewezen. Nu gesteld noch gebleken is dat de interventie door De Nederlandse Zoutbank kosten met zich heeft gebracht voor Eurosalt, zal De Nederlandse Zoutbank niet in de proceskosten van Eurosalt worden veroordeeld.

5. De beslissing

De voorzieningenrechter:

in het incident tot voeging

5.1. laat de interveniërende partij De Nederlandse Zoutbank toe tot voeging aan de zijde van de gemeenten,

in de zaak tussen Eurosalt en de gemeenten en de gevoegde partij

5.2. beveelt de gemeenten de Europese aanbesteding “Strooizout gezamenlijke gemeenten” met kenmerk SIW/GEZ/MS/2011/001 te staken en gestaakt te houden,

5.3. veroordeelt de gemeenten in de proceskosten, aan de zijde van Eurosalt tot op heden begroot op EUR 2.376,03, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de veertiende dag na dagtekening van het vonnis tot de dag van volledige betaling,

5.4. veroordeelt de gemeenten in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:

- EUR 131,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na dagtekening van het vonnis tot de dag van volledige betaling,

- te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van EUR 68,-- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na voormelde aanschrijving tot de dag van volledige betaling,

5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.6. wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. Leijten en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. Nijhof op 19 juli 2011.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature