Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

onregelmatige opzegging niet aangenomen

Uitspraak



GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer HD 200.136.558/01

arrest van 7 april 2015

in de zaak van

Pyton Communication Services B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

appellante in principaal hoger beroep,

geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als Pyton,

advocaat: mr. D.A.C. Schreuder te Oosterhout,

tegen

[de vrouw],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde in principaal hoger beroep,

appellante in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als [geïntimeerde],

advocaat: mr. M.J.M. Groen te Almere,

op het bij exploot van dagvaarding van 23 oktober 2013 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 24 juli 2013, gewezen tussen Pyton als gedaagde en [geïntimeerde] als eiseres.

1 Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 362079/CV EXPL 13-149)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding in hoger beroep;

de memorie van grieven;

de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep, met producties;

de memorie van antwoord in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep;

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg. De ontbrekende producties 12 en 13 zijn overgelegd door de advocaat van [geïntimeerde].

3 De beoordeling

in principaal en incidenteel hoger beroep

3.1.

In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.

a. a) Pyton is een onderneming die communicatie- en informatiesystemen op computergebied ontwikkelt en exploiteert.

b) [geïntimeerde] is op 21 september 2009 in de functie van administratief medewerker werkzaamheden bij Pyton gaan verrichten voor uitzendbureau Coulant Interim.

c) op 11 maart 2010 is tussen [geïntimeerde] en Pyton een arbeidsovereenkomst tot stand gekomen voor de duur van 12 maanden. Voorts is tussen [geïntimeerde] en Pyton op 1 maart 2011 een arbeidsovereenkomst tot stand gekomen wederom voor de duur van 12 maanden, terwijl op 1 maart 2012 tussen [geïntimeerde] en Pyton een arbeidsovereenkomst is gesloten voor de duur van 6 maanden. Alle drie de arbeidsovereenkomsten zien op een functie van [geïntimeerde] als administraties medewerker.

d) tijdens een gesprek op 20 juni 2012 heeft de algemeen directeur van Pyton, de heer [algemeen directeur van Pyton], aan [geïntimeerde] te kennen gegeven dat de arbeidsovereenkomst per 31 augustus 2012 niet zou worden verlengd. Na dit gesprek is [geïntimeerde] naar huis gegeaan.

e) bij brief van 29 juni 2012 heeft Pyton [geïntimeerde] bericht:

“Met dit schrijven bevestigen wij onze afspraak over het beëindigen van het halfjaarcontract die gestart is op 01 maart 2012 en daarom eindigt op 31 augustus 2012. Zoals we je al hebben laten weten hebben wij besloten dat je je werkzaamheden per direct stopt”.

f) bij brief van 30 augustus 2012 heeft de gemachtigde van [geïntimeerde] ([gemachtigde], van de rechtsbijstand stichting Klaverblad) aan Pyton bericht, dat Pyton het dienstverband met [geïntimeerde] op 29 juni 2012 met ingang van 1 september 2012 heeft opgezegd, maar dat opzegging per brief niet mogelijk is, omdat op grond van artikel 668a lid 1b en lid 2 BW op 1 maart 2012 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. Voorts heeft [gemachtigde] aan Pyton bericht dat [geïntimeerde] het ontslag met ingang van 1 september 2012 accepteert, maar aanspraak maakt op de gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:677 lid 2 en 4 jo 7:680 BW.

g) bij brief van 20 september 2012 heeft Pyton aan [gemachtigde] bericht dat [geïntimeerde] na de mededeling van Pyton dat zij niet in aanmerking kwam voor een nieuw contract eenzijdig heeft besloten te stoppen met het verrichten van werkzaamheden voor Pyton, waarmee Pyton heeft ingestemd. Voorts heeft Pyton bericht

“Voor wat betreft de gefixeerde schadevergoeding waar u over spreekt kunnen wij kort zijn. Wij hebben niet opgezegd. Wij hebben alleen ruim op tijd aangegeven dat wij geen nieuw contract zouden aanbieden na beëindiging van het lopende contract. Dit puur zodat uw client voldoende tijd had een nieuwe werkgever te vinden. Deze schadevergoeding is dus niet van toepassing.”.

h) bij brief van 25 september 2012 van [gemachtigde] aan Pyton heeft [gemachtigde] de gevorderde gefixeerde schadevergoeding, te weten over de maand september 2012, nader gespecificeerd en tevens gespecificeerd op vergoeding van welke opgebouwde doch niet genoten vakantiedagen [geïntimeerde] aanspraak maakt over de periode tot 1 september 2012.

i. i) bij brief van 28 september 2012 heeft Pyton aan [gemachtigde] bericht dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en voorts dat [geïntimeerde] geen recht heeft op uitbetaling van verlofdagen, omdat zij eenzijdig heeft besloten de werkzaamheden voor Pyton te staken.

j) bij brief van 4 oktober 2012 van [gemachtigde] aan Pyton schrijft [gemachtigde] dat [geïntimeerde] de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig heeft opgezegd.

k) bij e-mail van 9 oktober 2012 heeft Pyton voorgesteld om 1 maand vakantiegeld over te maken en daarmee de zaak af te ronden.

l) bij e-mail van 12 oktober 2012 heeft [geïntimeerde] Pyton laten weten niet met voornoemd voorstel akkoord te gaan.

m) bij e-mail van 15 oktober 2012 heeft Pyton bericht bij haar voorstel te blijven.

n) Pyton heeft geen toestemming aan het UWV gevraagd voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde].

3.2.1.

Bij dagvaarding d.d. 17 december 2012 heeft [geïntimeerde] de onderhavige procedure aanhangig gemaakt en gevorderd om Pyton te veroordelen tot, kort gezegd, vergoeding aan [geïntimeerde] van:

het salaris over de periode 1 september 2012 tot 1 oktober 2012 ad € 1.900,00 bruto;

het vakantiegeld over de periode 1 september 2012 tot 1 oktober 2012 ad € 152,00 bruto;

de waarde van niet-genoten verlofuren over de periode van 1 september 2012 tot 1 oktober 2012 inclusief 8% vakantietoeslag ad € 142,04 bruto;

81,5 verlofuren opgebouwd, maar niet genoten over 2012 tot 1 september 2012 inclusief 8% vakantietoeslag ad € 1.205,87 bruto;

met wettelijke rente en wettelijke verhoging en met veroordeling van Pyton in de buitengerechtelijke kosten ad € 544, 50 en in de proceskosten.

3.2.2.

Aan haar vordering in eerste aanleg betreffende de maand september heeft [geïntimeerde], kort gezegd, ten grondslag gelegd dat Pyton de arbeidsovereenkomst onregelmatig heeft opgezegd. Daar de laatste arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:668a lid 1aanhef en onder b en lid 2 BW gold als een arbeidsovereenkomst aangegaan voor onbepaalde tijd en deze niet meer van rechtswege kon eindigen op 31 augustus 2012, had Pyton de arbeidsovereenkomst met in achtneming van de geldende opzegtermijn, zijnde de maand september, moeten opzeggen.

Voor het geval wordt geoordeeld dat Pyton voldoende opzegtermijn in acht heeft genomen heeft [geïntimeerde] aan haar vorderingen betreffende de maand september ten grondslag gelegd dat deze bedragen haar bij wijze van compensatie toekomen, omdat Pyton in strijd met goed werkgeverschap heeft nagelaten toestemming aan het UWV te verzoeken voor opzegging van de arbeidsovereenkomst met haar en Pyton aldus de periode die met opzegging gepaard gaat in strijd met goed werkgeverschap heeft verkort.

3.3.

Bij vonnis d.d. 24 juli 2013 heeft de kantonrechter de vorderingen van [geïntimeerde] toegewezen. De vorderingen de maand september betreffende als gefixeerde schadevergoeding op grond van onregelmatig ontslag.

3.4.1.

Pyton heeft negen grieven gericht tegen voornoemd vonnis en geconcludeerd tot vernietiging van dat vonnis en afwijzing van de vorderingen van [geïntimeerde]. Pyton heeft gevorderd om [geïntimeerde] te veroordelen tot terugbetaling van al hetgeen Pyton ter uitvoering van voornoemd vonnis heeft voldaan, met wettelijke rente vanaf de dag van de betaling door Pyton tot de dag van terugbetaling en veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten van beide instanties.

3.4.2.

In voorwaardelijk incidenteel appel heeft [geïntimeerde] gevorderd haar vordering toe te wijzen op grond van kennelijk onredelijk ontslag.

3.4.3.

Met de grieven heeft Pyton het geschil in volle omvang aan het hof voorgelegd.

3.4.4.

Pyton heeft betoogd dat zij gedurende het dienstverband van [geïntimeerde] en nog enkele maanden, naar het hof begrijpt, na 29 juni 2012 in de veronderstelling verkeerde dat de laatste arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde] een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betrof die van rechtswege zou eindigen, maar dat zij erkent dat genoemde arbeidsovereenkomst een overeenkomst voor onbepaalde tijd betreft.

Van een onregelmatige opzegging is evenwel geen sprake zo betoogt Pyton met de grieven 1 tot en met 5. [geïntimeerde] heeft de brief van Pyton d,d. 29 juni 2012 blijkens de brief van [gemachtigde] d.d. 30 augustus 2012 en haar dagvaarding in eerste aanleg, waarin over opzegging wordt gesproken, immers opgevat als opzegging van de arbeidsovereenkomst door Pyton tegen 29 juni 2012. Althans had [geïntimeerde] behoren te begrijpen dat met de brief van 29 juni 2012 is opgezegd tegen 29 juni 2012 en niet tegen 1 september 2012 waarna Pyton nog een opzegtermijn in acht had willen houden.

Gezien het voorgaande en de omstandigheid dat [geïntimeerde] de vernietigbaarheid van de opzegging, wegens het ontbreken van toestemming van het UWV voor opzegging van de arbeidsovereenkomst, niet heeft in geroepen, maar de opzegging heeft geaccepteerd, is de opzegging tegen 29 juni 2012 een feit en is de opzegtermijn op 1 juli 2012 is aangevangen. Omdat Pyton gedurende juli en augustus 2012 het loon aan [geïntimeerde] heeft doorbetaald bestaat geen verplichting tot schadevergoeding voor Pyton. Aan het voorgaande doet niet af dat zij geen ontslagvergunning aan het UWV heeft gevraagd, nu deze omstandigheid de opzegging niet onregelmatig maakt. Aldus Pyton.

3.5.1.

Dienaangaande oordeelt het hof dat tussen partijen niet (langer) in geschil is dat de laatste tussen Pyton en [geïntimeerde] gesloten arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:668 a lid 1 aanhef en onder b en lid 2 BW geldt als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Alhoewel de handelwijze van Pyton niet de schoonheidsprijs verdient, staat vast dat Pyton (mondeling op 20 juni 2012 en bij brief van 29 juni 2012) aan [geïntimeerde] heeft medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst op 31 augustus 2012 eindigt en voorts dat de gemachtigde van [geïntimeerde] bij brief van 30 augustus 2012 aan Pyton heeft geschreven dat Pyton de arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde] op 29 juni 2012 met ingang van 1 september 2012 bij brief heeft opgezegd.

Aldus moet het er voor worden gehouden dat het voor [geïntimeerde] voldoende duidelijk was dat Pyton de arbeidsovereenkomst op 29 juni 2012 heeft opgezegd met een opzegtermijn van 2 maanden. Van onregelmatige opzegging is geen sprake.

Nu is gesteld noch gebleken dat [geïntimeerde] conform artikel 9 BBA (tijdig) een beroep op de vernietigbaarheid van de opzegging door Pyton - wegens de omstandigheid dat Pyton het UWV geen toestemming voor de opzegging heeft gevraagd - heeft gedaan, is het einde van de arbeidsovereenkomst per 1 september 2012 een feit. De omstandigheid dat door Pyton aan het UWV geen toestemming is gevraagd voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde], maakt de opzegging niet onregelmatig.

3.5.2.

Nu geen sprake is van een onregelmatige opzegging en geen beroep is gedaan op de vernietigbaarheid van de opzegging, valt niet in te zien dat Pyton op grond van goed werkgeverschap gehouden zou zijn enige vergoeding te voldoen in verband met de beëindiging van die arbeidsovereenkomst.

3.5.3.

Het vorenstaande leidt ertoe dat de grieven 1 tot en met 5 slagen. De vorderingen van [geïntimeerde] betreffende:

(1) het salaris over de periode 1 september 2012 tot 1 oktober 2012 ad € 1.900,00 bruto;

(2) het vakantiegeld over de periode 1 september 2012 tot 1 oktober 2012 ad € 152,00 bruto en (3) de waarde van niet-genoten verlofuren over de periode van 1 september 2012 tot 1 oktober 2012 inclusief 8% vakantietoeslag ad € 142,04 bruto,

dienen te worden afgewezen.

Het voorgaande betekent dat ook grief 8 slaagt.

3.5.4.

Grief 6 en 7 zijn gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat de vordering van [geïntimeerde] betreffende 81,5 opgebouwde maar niet-genoten vakantie-uren over 2012 tot 1 september 2012 dient te worden toegewezen. Pyton betoogt dat [geïntimeerde], anders dan de kantonrechter heeft geoordeeld, vanaf 21 juni 2012 tot aan haar vrijstelling van werk, naar het hof begrijpt 27 juni 2012, niet ziek is geweest, maar dat [geïntimeerde] in de periode 20 juni 2012 tot 27 juni 2012 in strijd met de arbeidsovereenkomst geen werkzaamheden heeft verricht, welke uren op haar verlofuren tegoed in mindering dienen te worden gebracht. [geïntimeerde] rest slechts een tegoed aan 5, 15 verlofuren, welk tegoed aan [geïntimeerde] is uitbetaald.

3.5.5.

Dienaangaande overweegt het hof dat Pyton niet heeft betwist dat het SMS verkeer, waarvan [geïntimeerde] als productie 16 bij conclusie van repliek een overzicht heeft overgelegd, tussen haar en [geïntimeerde] heeft plaatsgevonden. Uit dit overzicht blijkt dat [roepnaam van algemeen directeur van Pyton], naar het hof begrijpt [algemeen directeur van Pyton], in ieder geval op 26 juni 2012 te horen had gekregen dat [geïntimeerde] - die heeft betoogd dat zij zich op 21 juni 2012 ziek heeft gemeld - zich ziek voelde en daarom niet op het werk was verscheen. Niet is gebleken dat Pyton aan [geïntimeerde] te kennen heeft gegeven dat zij betwijfelde dat [geïntimeerde] ziek was. Integendeel: zij heeft te kennen gegeven dat [geïntimeerde] niet meer op het werk hoefde te verschijnen zodat zij rust had. Onder deze omstandigheden kon Pyton, zonder dat zij had onderzocht of [geïntimeerde] ziek was, zich er niet op beroepen dat [geïntimeerde] niet ziek was en in strijd met haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst niet op het werk was verschenen.

Reeds hierom falen de grieven voor zover Pyton heeft betoogd dat de uren die [geïntimeerde] in de periode 20 juni 2012 tot 27 juni 2012 in strijd met de arbeidsovereenkomst geen werkzaamheden heeft verricht op haar verlofuren-tegoed in mindering dienen te worden gebracht. Voor zover Pyton heeft beoogd te betogen dat [geïntimeerde] ook overigens geen 81,5 vakantie-uren over 2012 tot 1 september 2012 tegoed had heeft zij dit standpunt niet voldoende onderbouwd.

3.5.6.

[geïntimeerde] heeft bij memorie van antwoord in hoger beroep betoogd dat Pyton de arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk heeft opgezegd. Pyton voert aan dat die vordering is verjaard. Pyton wijst op de verjaringstermijn van 6 maanden (art. 7:683 lid 3 BW) en voert aan dat deze grondslag eerst bij memorie van antwoord in hoger beroep is aangevoerd.

3.5.7.

Het hof zal [geïntimeerde] in de gelegenheid stellen om bij akte te reageren op het verweer van Pyton dat de vordering van [geïntimeerde] betreffende kennelijk onredelijk ontslag is verjaard. Waarna Pyton in de gelegenheid zal worden gesteld om bij akte te reageren.

3.5.8.

Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4 De uitspraak

Het hof:

op het principaal en incidenteel hoger beroep

verwijst de zaak naar de rol van 12 mei 2015 voor akte aan de zijde van [geïntimeerde] met het onder 3.5.7. genoemde doel. Waarna Pyton in de gelegenheid zal worden gesteld om te reageren;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit arrest is gewezen door mrs. Y.L.L.A.M. Delfos-Roy, P.P.M. Rousseau en R.J.M. Cremers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 7 april 2015.

griffier rolraad


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature