Bij besluit van 8 januari 2019 heeft de staatssecretaris, voor zover thans van belang, een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en ambtshalve geweigerd krachtens artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft.