U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Een Amerikaans softwarebedrijf moet een ten onrechte op staande voet ontslagen werknemer ruim 16.000 euro bruto betalen.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 7436604 EA VERZ 18-1024

beschikking van: 6 maart 2019

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

[verzoeker]

wonende te [woonplaats]

verzoeker

nader te noemen: [verzoeker]

gemachtigde: mr. L.M.J. Pelswijk

t e g e n

de vennootschap naar buitenlands recht Chetuh Inc

gevestigd te Mirimar, Florida, Verenigde Staten van Amerika

verweerster

nader te noemen: Chetu

gemachtigden: mr. S.L.D. van den Brink en mr. K. van Zijtveld

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

[verzoeker] heeft een verzoek ingediend tot vernietiging van het hem gegeven ontslag op staande voet. Hij heeft tevens verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Chetu heeft een verweerschrift ingediend, waarin tevens zelfstandige verzoeken zijn opgenomen.

Op 20 februari 2019 is de zaak mondeling behandeld. Daaraan voorafgaande hebben partijen nog aanvullende producties overgelegd. [verzoeker] is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Chetu is verschenen bij de gemachtigden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [verzoeker] heeft de zaak bepleit aan de hand van pleitaantekeningen.

Bepaald is dat een beschikking zal worden gegeven.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.

1.1.

Chetu is een Amerikaanse onderneming, die zich bezighoudt met het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software. De onderneming heeft een kleine vestiging in Rijswijk.

1.2.

[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] , is op 10 september 2018 in dienst getreden bij Chetu. De functie die de werknemer bij Chetu vervult, is die van National Account Manager, met een salaris van aanvankelijk € 4.136,- bruto per maand inclusief vakantiegeld, en na zes maanden een salaris van € 3.708,- bruto per maand inclusief vakantiegeld. De werkzaamheden worden verricht vanuit huis. De werkzaamheden bestaan vooral uit het werven van nieuwe klanten, waarbij de contacten met deze klanten face-to-face kunnen zijn, of per telefoon, video conferentie en/of via internet online.

1.3.

Het dienstverband is aangegaan voor de duur van 7 maanden en eindigt derhalve op 10 april 2019.

1.4.

In de arbeidsovereenkomst is de volgende bepaling opgenomen:

“Our company adheres to a policy of employment-at-will which allows either party to terminate the employment relationship at any time, for any reason, with or without cause or notice.”

1.5.

Bij de arbeidsovereenkomst hoort een document (Confidentiality

and non-competition agreement), ondertekend door [verzoeker] , waarin een non concurrentiebeding is opgenomen. Op overtreding van dat beding staat een boete van € 150,- per overtreding en per dag dat deze overtreding voortduurt.

1.6.

Conform de “Chetu equipment policy” is het medewerkers alleen toegestaan om gebruik te maken van door Chetu verstrekte apparatuur, zoals telefoon en laptop. Vermeld wordt voorts dat Chetu de werkzaamheden van de medewerker kan controleren middels “monitoring tools.”

1.7.

[verzoeker] heeft zich op 27 november 2018 ziek gemeld.

1.8.

Chetu heeft op 30 augustus 2018 (12.29 PM) een e-mail aan [verzoeker] verzonden, waarin hij wordt geschorst. Gemeld wordt dat de kwestie met [verzoeker] wordt overgedragen aan een Nederlandse advocaat en dat is vastgesteld dat [verzoeker] nevenwerkzaamheden verricht. Gevraagd wordt om een brief van de organisatie waarvoor de nevenwerkzaamheden worden verricht. Tot slot wordt vermeld dat Chetu nog geen doktersverklaring van [verzoeker] heeft ontvangen, ondanks diens toezegging.

1.9.

Chetu heeft op 30 augustus 2018 (15.10 PM) een e-mail aan [verzoeker] verzonden, waarvan de inhoud luidt:

“Understood en acknowleged.

We will be pursuing litigation against your company, its labor practices for undue use of government facilities for personal gain in defrauding kids and their parents.”

1.10.

Bij e-mail van 30 november 2018 (2:37 PM) heeft Chetu aan de collega’s van [verzoeker] een e-mail gestuurd, waarin onder meer staat:

”This is to notify you [verzoeker] is no longer a Chetu employee, please follow our exit process (…..).”

1.11.

Bij e-mail van 6 december 2018 heeft Chetu [verzoeker] op staande voet ontslagen. De e-mail luidt als volgt:

“Mr [verzoeker]

Your were advised that your employment was suspended as of 11/26

This is due to your misconduct, misrepresentations and fraudulent acctivities through your employment.

We were ready and open to reconsider our position should you have complied with our requests, However, you failed to do so. As a result your employment suspension is to be considered as termination.

As advised earlyer, it is in compliance with the laws to immediate termination of such employees. In addition, we are fully prepared and ready to expose your activities to the government.

Our team will contact you for return of all company property to avoid theft charges.”

1.12.

[verzoeker] heeft tegen het ontslag geprotesteerd en heeft zich beschikbaar gehouden om de werkzaamheden te blijven verrichten.

1.13.

[verzoeker] is directeur en enig aandeelhouder van 7say7 B.V. Deze vennootschap heeft volgens de KvK de volgende activiteiten: het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software; reisbemiddeling en financiële holdings.

1.14.

De vriendin van [verzoeker] werkt als maatschappelijk werker bij een GGZ-instelling.

1.15.

Cheta heeft overzichten in het geding gebracht, waaruit blijkt dat [verzoeker] slechts zeer geringe tijd actief is geweest op de company-laptop. Tijdens vele dagen is er slechts enkele uren per dag gewerkt. Hieruit blijkt volgens Chetu dat [verzoeker] tijdens werktijd verboden en concurrerende nevenwerkzaamheden heeft verricht, naar Chetu vermoedt ten behoeve van zijn eigen onderneming dan wel de onderneming van zijn vriendin. Chetuh heeft hier in vele memo’s op gewezen, doch hiervan heeft [verzoeker] zich naar de mening van Chetu niets aangetrokken.

1.16.

Op 17 februari 2019 heeft [verzoeker] bij de politie te Amsterdam aangifte tegen Chetu gedaan van het hacken van zijn persoonlijke wifi -netwerk en diefstal van persoonlijke data.

1.17.

[verzoeker] heeft op 19 februari 2019 de laptop en telefoon van Chetu afgegeven bij de politie te Amsterdam, cybercrime unit.

1.18.

[verzoeker] is inmiddels weer hersteld.

Verzoeken verweer en tegenverzoek

2. [verzoeker] verzoekt, na wijziging van zijn verzoek, om betaling van een billijke vergoeding en betaling van de gefixeerde schadevergoeding, met veroordeling van Chetu tot het overleggen van een eindafrekening en veroordeling in de kosten van de procedure, waaronder de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf twee weken na het wijzen van de beschikking.

3. Aan deze verzoeken legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat het ontslag niet onverwijld is gegeven en er geen sprake is van een dringende reden voor het gegeven ontslag.

4. In dat kader heeft [verzoeker] aangevoerd dat hij op 30 november 2018 op non actief is gesteld en dat zijn ontslag op diezelfde 30e november al aan de collega’s is medegedeeld. Pas op 6 december 2018 heeft Chetu [verzoeker] op staande voet is ontslagen. Dat is niet onverwijld.

5. [verzoeker] ontkent dat hij verwijtbare handelingen heeft verricht. Hij heeft zich naar behoren ingespannen voor Chetu. Dat uit het monitoren is gebleken dat hij weinig uren actief is geweest op de laptop van Chetu laat zich gemakkelijk verklaren. Hij heeft namelijk steeds een groot deel van de dag met zijn privé laptop gewerkt. Dat deed hij omdat de Chetu laptop erg traag was en omdat hij wilde voorkomen dat Chetu nog langer toegang had tot zijn privé netwerk. [verzoeker] heeft daarvan ook melding gemaakt aan Chetu, dus dat was bij zijn werkgever bekend. Hij werkte wel op de Chetu laptop aan het eind van de dag, om e-mails aan de potentiele klanten te versturen.

6. De beschuldiging dat hij nevenwerkzaamheden zou hebben verricht raakt kant noch wal. Zijn eigen B.V., 7say7, is al jaren slapend, de gegevens die Chetu daarvan heeft overgelegd tonen ook op geen enkele wijze aan dat [verzoeker] (of iemand anders) in de B.V. werkzaamheden heeft verricht, terwijl uit de aangifte inkomstenbelasting 2017 blijkt dat hij geen inkomsten uit deze B.V. heeft ontvangen. Anders dan Chetu beweert heeft [verzoeker] nooit tegen de heer [naam 1] gezegd dat hij werkzaamheden verricht in de eigen onderneming van zijn vriendin. Dat is ook onzin, zijn vriendin heeft helemaal geen eigen onderneming; zij is als maatschappelijk werker werkzaam in een GGZ-instelling. [verzoeker] heeft de indruk dat de fantasie met Chetu op de loop is gegaan en dat zij paranoïde trekken is gaan vertonen. Hoe Chetu er bij komt hem te beschuldigen van de zaken zoals genoemd in de e-mail onder 1.9 is [verzoeker] een groot raadsel. Het enige dat hij kan bedenken is dat hij op een avond (Nederlandse tijd) werd gebeld door zijn leidinggevende, terwijl zijn kinderen op de achtergrond te horen waren. Blijkbaar heeft Chetu toen gedacht dat [verzoeker] (illegaal?) werkzaam was in een kinderopvang of iets dergelijks.

7. Volgens [verzoeker] heeft Chetu hem onterecht ontslagen en heeft Chetu ernstig verwijtbaar gehandeld, onder meer door hem te schorsen en door zijn collega’s in strijd met de waarheid mede te delen dat [verzoeker] toen al ontslagen was. Aanspraak wordt gemaakt op een billijke vergoeding van € 10.000,- bruto.

8. De vergoeding wegens de onregelmatige opzegging bedraagt het loon ad € 4.136 bruto per maand vanaf 6 december 2018 tot de datum van het einde van de arbeidsovereenkomst, zijnde 10 april 2019, te vermeerderen met de wettelijke verhoging. Het loon is verschuldigd tot 10 april 2019, omdat de arbeidsovereenkomst niet voorziet in een tussentijdse opzegmogelijkheid.

9. Chetu verweert zich tegen het verzoek. Dit verweer zal, voor zover van belang, hierna worden besproken en beoordeeld.

10. Chetu heeft een aantal zelfstandige tegenverzoeken gedaan. Daarin wordt verzocht om I. voorwaardelijk, namelijk (zo leest de kantonrechter het verzoek) voor het geval het ontslag op staande voet geen stand houdt, bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn (met toepassing van artikel 671b lid 8 onder b BW ) te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 sub a in verbinding met artikel 7:669 lid 3 onderdelen e (primair) en g (subsidiair) BW; II. [verzoeker] te veroordelen tot betaling van € 22.650,-, of een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, wegens verbeurde boetes gesteld op schending van het concurrentiebeding, zoals opgenomen in artikel 6 van de Confidentiality and non-competition agreement, over de periode van 10 september 2018 tot en met 7 februari 2019, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 10 september 2018; III. [verzoeker] te veroordelen tot betaling van een bedrag wegens verbeurde boetes gesteld op schending van het concurrentiebeding, zoals opgenomen in artikel 6 van de Confidentiality and non-competition agreement, in de periode van 8 februari 2019 tot de dag waarop [verzoeker] voldoet aan de op hem rustende verplichting ex artikel 6 van de Confidentiality and non-competition agreement, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 8 februari 2019; IV. [verzoeker] te veroordelen tot retournering van de bedrijfseigendommen van Chetu (waaronder laptop met toebehoren en smartphone) door inlevering op het kantoor te Rijswijk binnen twee dagen na betekening van de te geven beschikking, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag dat [verzoeker] daarmee in gebreke blijft; V. [verzoeker] te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen.

11. De onderbouwing van de verzoeken van Chetu en het verweer van [verzoeker] zullen hierna aan de orde komen.

Beoordeling

12. Het gaat in deze zaak om de vraag of de opzegging door Chetu onverwijld is gegeven en of er een dringende reden aan het ontslag ten grondslag ligt.

Ontslag onverwijld gegeven?

13. Allereerst wordt overwogen dat het ontslag naar het oordeel van de kantonrechter wel onverwijld is gegeven. De periode die is verstreken tussen de schorsing en het ontslag, minder dan een week, is zodanig kort dat onverwijldheid moet worden aangenomen. Bovendien moet een werkgever wel enige tijd worden gegund om zich te beraden en (zo nodig) intern overleg te voeren.

Dringende reden?

14. Beoordeeld moet vervolgens worden of de handelwijze van [verzoeker] zodanig ernstig is geweest, dat gesproken moet worden van een dringende reden. Daarbij is allereerst van belang welke handelwijze Chetu aan haar beslissing ten grondslag heeft gelegd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Chetu aangevoerd dat zij het ontslag heeft gegeven wegens het door [verzoeker] niet opvolgen van redelijke instructies ten aanzien van ziekte, het weigeren om een doktersverklaring af te geven, het verrichten van nevenwerkzaamheden en het niet verklaren van zijn inactiviteit.

14. De kantonrechter stelt vast dat deze gronden niet zijn genoemd in de e-mail van Chetu, waarin het ontslag wordt gegeven (zie onder 1.11). Terecht heeft [verzoeker] erop gewezen dat de gronden van het ontslag zijn gefixeerd, dat wil zeggen dat alleen verwijten in aanmerking worden genomen die de werknemer worden gemaakt bij het verlenen van het ontslag, en dat daar niet later andere gronden aan kunnen worden toegevoegd of ondergeschoven.

14. De kantonrechter heeft dan ook te beoordelen of [verzoeker] zich tijdens het dienstverband schuldig heeft gemaakt aan “misconduct, misrepresentations and fraudulent activities”, kort gezegd te vertalen als wangedrag, falsificatie en fraude.

14. Geoordeeld wordt dat Chetu op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat [verzoeker] zich aan dergelijk gedrag heeft schuldig gemaakt. Indien en voor zover zijn gedrag al als zodanig is te kwalificeren, moet geoordeeld worden dat Chetu (ook) niet aannemelijk heeft kunnen maken dat [verzoeker] nevenwerkzaamheden heeft verricht in zijn eigen onderneming 7say7 B.V. Ook is niet gebleken van het gebruik van bedrijfsvertrouwelijke gegevens voor eigen gewin of het schenden van een geheimhoudingsverplichting. Evenmin is aannemelijk gemaakt dat hij werkzaamheden zou hebben verricht in de GGZ-instelling waarvoor zijn vriendin werkzaam is. De kantonrechter kan zich niet aan de indruk onttrekken dat Chetu op dit punt wel erg achterdochtig is geweest.

14. De kantonrechter plaatst met Chetu vraagtekens bij de verklaring die [verzoeker] heeft gegeven bij het gebruik van zijn privé laptop. Zo heeft [verzoeker] niet kunnen verklaren waarom hij niet gewoon om een nieuwe laptop heeft gevraagd, als degene die hem in gebruik was gegeven zo traag was. Het is overigens bepaald niet aannemelijk geworden dat Chetu apparatuur van [verzoeker] heeft gehackt. Het (desondanks) gebruiken van de privé laptop kwalificeert echter niet als wangedrag, falsificatie of fraude.

14. Ten overvloede kan nog worden opgemerkt dat ook de door Chetu tijdens de mondelinge behandeling genoemde verwijten (zie onder 14) niet terecht zijn. Het had op de weg van Chetu gelegen zich beter te informeren over het Nederlandse arbeidsrecht, alvorens ongefundeerde verwijten aan het adres van [verzoeker] te richten. Zo heeft inderdaad te gelden dat een behandelend huisarts geen verklaring (mede) ten behoeve van een werkgever mag afgeven, terwijl niet valt in te zien welke redelijke instructies ten aanzien van zijn ziekte [verzoeker] niet heeft opgevolgd. Het is in elk geval Chetu geweest die in strijd met de Nederlandse wet heeft gehandeld door na de ziekmelding van [verzoeker] geen Arboarts in te schakelen.

14. Uit al het bovenstaande volgt dat [verzoeker] Chetu geen dringende reden heeft gegeven om hem op staande voet te ontslaan. Dit ontslag is dan ook ten onrechte gegeven. De wijze waarop Chetu dat heeft gedaan, waarbij de schorsing en de onterechte mededeling aan de collega’s van [verzoeker] dat hij al uit dienst was (ongeacht of dit op een interne miscommunicatie berustte) meewegen, maken de handelwijze van Chetu ernstig verwijtbaar.

Billijke vergoeding?

21. Dat betekent dat terecht aanspraak wordt gemaakt op een billijke vergoeding en de gefixeerde schadevergoeding.

21. Allereerst zal worden ingegaan op de hoogte van de billijke vergoeding.

21. In zijn beschikking van 30 juni 2017 (ECLI: NL:HR:2017:1187 New Hairstyle) heeft de Hoge Raad een aantal uitgangspunten geformuleerd voor de begroting van de billijke vergoeding. De Hoge Raad overweegt dat de begrotingswijze en omvang van de billijke vergoeding moet aansluiten bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval, waarbij op de rechter een motiveringsplicht rust. Voorts dient de billijke vergoeding naar haar aard in relatie te staan tot het ernstig verwijtbare handelen of nalaten van de werkgever en niet tot de gevolgen van het ontslag, maar kan met die gevolgen wel rekening worden gehouden bij het bepalen van de omvang van de billijke vergoeding, voor zover deze zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. Bij het vaststellen van de billijke vergoeding kan worden gelet op hetgeen de werknemer aan loon zou hebben genoten als de opzegging zou zijn vernietigd. Het zal van de omstandigheden van het geval afhangen welke verdere duur van de arbeidsovereenkomst daarbij in aanmerking moet worden genomen. Voorts kan daartoe behoren - voor zover het om in de toekomst te derven loon gaat - of de redenen die de werknemer heeft om af te zien van vernietiging van de opzegging aan de werkgever zijn toe te rekenen. Bij de vaststelling van de billijke vergoeding kan ook ermee rekening worden gehouden of de werknemer inmiddels ander werk heeft gevonden en met de inkomsten die hij daaruit dan geniet, en met de (andere) inkomsten die hij in redelijkheid in de toekomst kan verwerven. Voor zover elementen van de vaststelling van de billijke vergoeding zien op de vergoeding van schade van de werknemer, lenen de wettelijke regels van artikel 6:95 BW zich voor overeenkomstige toepassing. Bij het vaststellen van de billijke vergoeding gaat het er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, maar de billijke vergoeding heeft geen specifiek punitief karakter.

21. In deze zaak is met name van belang dat het dienstverband hoe dan ook op 10 april 2019 zal eindigen. Dat betekent dat het dienstverband gerekend vanaf de datum van het ontslag nog een (maximale) duur had van afgerond vier maanden. Er van uit wordt gegaan dat deze termijn wel zou worden volgemaakt. Geenszins zeker was het dat het dienstverband zou worden verlengd. Daarvan wordt dan ook niet uitgegaan. Bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding weegt ook mee dat een deel van de schade al wordt gecompenseerd middels de gefixeerde schadevergoeding, zoals hierna te bepalen. Voorts weegt mee dat [verzoeker] geen aanspraak heeft op de transitievergoeding, gelet op de korte duur van het dienstverband.

21. Alles afwegende acht de kantonrechter een billijke vergoeding van € 9.000,- op zijn plaats.

Gefixeerde schadevergoeding

26. Anders dan [verzoeker] heeft aangevoerd voorziet de arbeidsovereenkomst naar het oordeel van de kantonrechter wel in een tussentijdse opzegmogelijkheid. Deze is namelijk te lezen in de bepaling van de arbeidsovereenkomst die geciteerd is onder 1.4. Uit wordt gegaan van een opzegtermijn van een maand waarbij tegen het einde van de maand wordt opgezegd. Dat betekent dat, als regelmatig zou zijn opgezegd, de arbeidsovereenkomst zou hebben geduurd tot 1 februari 2019. Over de betreffende periode, van 6 december 2018 tot 1 februari 2019 zal dan ook de gefixeerde schadevergoeding worden toegekend, zoals hierna te bepalen.

eindafrekening

27. Chetu is op grond van de wet verplicht om een eindafrekening te verstrekken. Daartoe zal zij dan ook worden veroordeeld

Ontbinding arbeidsovereenkomst?

28. Het verzoek van Chetu tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal worden afgewezen wegens gebrek aan belang. De arbeidsovereenkomst is immers geëindigd door het op 6 december 2018 gegeven ontslag.

Concurrentiebeding

29. Overwogen wordt dat, ook als zou worden uitgegaan van een geldig concurrentiebeding, dit Chetu niet kan baten, nu zij geen rechten meer aan dit beding kan ontlenen, omdat zij schadeplichtig jegens [verzoeker] is geworden ter zake het onterecht gegeven ontslag op staande voet.

29. De hiermee samenhangende delen van het verzoek van Chetu zullen dan ook worden afgewezen.

Bedrijfseigendommen van Chetu

31. Vast staat dat door Chetu aan [verzoeker] ter beschikking zijn gesteld een laptop en een smartphone. Deze zijn eigendom van Chetu en behoren aan haar te worden terug gegeven, nu het dienstverband is geëindigd. Dat [verzoeker] deze zaken bij de politie heeft afgegeven is een omstandigheid die voor zijn risico dient te blijven. Hij is degene die de politie kan verzoeken de zaken weer aan hem terug te geven. De dwangsom zal worden gematigd en er zal een maximum aan worden verbonden, zoals hierna te bepalen.

proceskosten

32. De proceskosten komen voor rekening van Chetu omdat zij in overwegende mate in het ongelijk wordt gesteld.

BESLISSING

De kantonrechter:

Op de verzoeken van [verzoeker]

veroordeelt Chetu tot betaling aan [verzoeker] van € 9.000,- bruto als billijke vergoeding;

veroordeelt Chetu tot betaling aan [verzoeker] van € 7.636,- bruto als gefixeerde schadevergoeding;

veroordeelt Chetu om aan [verzoeker] een eindafrekening te verstrekken;

veroordeelt Chetu in de kosten van de procedure aan de zijde van [verzoeker] , tot op heden begroot op € 720,- voor salaris gemachtigde.

veroordeelt Cetu in de na deze beschikking ontstane kosten, begroot op € 50,- aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,- en de explootkosten van betekening van de beschikking, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat Chetu niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan deze beschikking heeft voldaan en betekening van de beschikking pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;

verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

wijst het meer of anders verzochte af;

Op de verzoeken van Chetu

veroordeelt [verzoeker] om binnen veertien dagen na betekening van deze beschikking aan Chetu af te geven de aan Chetu in eigendom toebehorende laptop en smartphone, op straffe van een dwangsom van € 50,- per dag dat [verzoeker] in gebreke blijft hieraan te voldoen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 1.000,-;

verklaart de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;

wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter en op 6 maart 2019 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature