Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebieden:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Strafontslag. Nevenwerkzaamheden.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



06/3930 AW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellante], (hierna: appellante),

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 2 juni 2006, 05/2119 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal (hierna: college)

Datum uitspraak: 8 mei 2008

I. PROCESVERLOOP

Appellante heeft hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 maart 2008. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. A.F.J. Huigens, advocaat te Nijmegen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.G. Kerkhof, advocaat te ’s-Hertogenbosch, bijgestaan door H.A.W. van Beurden, werkzaam bij de gemeente Veenendaal.

II. OVERWEGINGEN

1. Voor een uitgebreidere weergave van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat met het volgende.

1.1. Appellante was sinds 1 april 2003 als ambtenaar in vaste dienst werkzaam in de functie van [functie]. Zij was onder meer belast met de behandeling van milieuvergunningen en met de controle op de naleving van wet- en regelgeving, besluiten en vergunningen. Daarnaast verrichtte zij freelancewerkzaamheden voor eigen rekening of voor derden, waaronder het adviesbureau van haar broer. In appellantes aanstellingsbrief is vermeld dat het college, gelet op de door appellante verstrekte informatie, ervan uitgaat dat haar nevenwerkzaamheden het belang van de organisatie niet schaden en appellante niet belemmeren de functie goed te vervullen.

1.2. Nadat aan appellante op 25 augustus 2004, in afwachting van een besluit tot schorsing, de toegang tot de werkplek met onmiddellijke ingang was ontzegd, is zij bij besluit van 7 oktober 2004 in het belang van de dienst geschorst. Dit geschiedde in verband met een onderzoek naar mogelijk plichtsverzuim vanwege het verrichten van nevenwerkzaamheden, bestaande uit het voor een extern adviesbureau uitvoeren van milieucontroles binnen de gemeente Veenendaal.

1.3. Op basis van de resultaten van het onderzoek is aan appellante bij besluit van 2 december 2004 bij wijze van disciplinaire straf ontslag verleend. Bij beslissing op bezwaar van 21 juni 2005 (hierna: bestreden besluit) zijn de besluiten tot schorsing en ontslag gehandhaafd.

2. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.

3. Naar aanleiding van hetgeen in hoger beroep is aangevoerd overweegt de Raad het volgende.

3.1. Het strafontslag is, voor zover in hoger beroep nog van belang, gebaseerd op de navolgende als plichtsverzuim aangemerkte gedragingen:

a. het als ambtenaar van de gemeente Veenendaal betrokken zijn geweest bij de opdrachtverlening voor 70 milieucontroles en 60 hercontroles aan het [naam bureau 1] en het vervolgens in het kader van haar nevenwerkzaamheden uitvoeren van diezelfde opdracht;

b. het zonder medeweten van het college aanbieden van haar diensten aan de gemeente Renswoude, terwijl zij wist of moest weten dat beide gemeenten op milieugebied een samenwerkingsverband hadden;

c. het benaderen van een collega, met het verzoek appellante in het kader van haar nevenwerkzaamheden tegen een vergoeding werkzaamheden ten behoeve van de gemeente Veenendaal te laten uitvoeren;

d. het benaderen van het [naam bureau 2] voor het verkrijgen van een opdracht om voor dit bureau milieucontroles in de gemeente Veenendaal te verrichten, terwijl zij bovendien daarbij haar dienstverband met de gemeente Veenendaal heeft verzwegen.

3.2. De rechtbank is, onder gedetailleerde verwijzing naar diverse gedingstukken, tot het oordeel gekomen dat appellante voormelde gedragingen heeft gepleegd en dat daarmee sprake is van plichtsverzuim.

Appellante heeft niet zozeer de gedragingen weersproken, maar veeleer met in wezen dezelfde argumenten als in eerste aanleg zijn aangevoerd het karakter daarvan genuanceerd.

3.3. Naar het oordeel van de Raad heeft de rechtbank op goede gronden geoordeeld dat deze gedragingen moeten worden aangemerkt als het plegen van plichtsverzuim. De Raad verwijst daartoe naar de door de rechtbank ten aanzien van de verschillende onderdelen gegeven overwegingen, onder meer inhoudende,

ad a: dat de omstandigheid dat appellante de uiteindelijke offerte aan het [naam bureau 1] niet heeft ondertekend, onverlet laat dat zij wel betrokken was bij de opdrachtverlening, waaraan de Raad nog toevoegt dat appellante, volgens haar verklaring ter zitting, al voor het uitbrengen van de offerte, bij dit bureau als zelfstandige stond ingeschreven;

ad b: dat appellante al een keer mee was geweest naar een vuurwerkcontrole bij de gemeente Renswoude, terwijl haar aanbieding als zelfstandige aan die gemeente in juli 2003 nu juist de uitwerking van het nieuwe Vuurwerkbesluit betrof;

ad c: dat de sfeer waarin het aanbod is gedaan de setting van een “koffieautomatengesprek” te boven ging;

ad d: dat er geen logische verklaring voor is, dat appellante haar dienstverband met de gemeente Veenendaal niet in haar aan het [naam bureau 2] verstrekte curriculum vitae heeft vermeld.

3.4. De Raad onderschrijft voorts de slotconclusie van de rechtbank, erop neerkomend dat sprake is geweest van een zodanige verwevenheid tussen het functioneren als ambtenaar en de persoonsgebonden bemoeienissen als freelancer dat een onbevangen uitoefening van de functie als milieu-inspecteur niet langer mogelijk was. Van een onaanvaardbare vermenging van belangen was niet alleen sprake bij de opdrachtverlening aan [naam bureau 1]. Daarvan was ook in ander opzicht sprake, nu appellante zonder medeweten van het college als zelfstandige controles voor de gemeente Veenendaal verrichtte, in de wetenschap dat deze controles vervolgens door één van de ambtenaren van het team, waarvan zij deel uitmaakte, derhalve in ieder geval door een directe collega, zo al niet door haar zelf moesten worden beoordeeld. Niet ten onrechte heeft het college zich op het standpunt gesteld dat appellante aldus een ondoorzichtige situatie in het leven heeft geroepen en heeft laten voortbestaan. De Raad neemt hierbij in aanmerking dat appellante tijdens het sollicitatiegesprek wel heeft gemeld dat zij nevenwerkzaamheden verrichtte, echter alleen in de buurt van Nijmegen.

3.5. De Raad deelt voorts het oordeel van de rechtbank dat gezien de aard en de ernst van de verweten gedragingen de straf van ontslag daaraan niet onevenredig is te achten. Ook de Raad acht daarbij van belang dat het ontbreken van inzicht bij appellante in de ernst van de verweten gedragingen haar, gezien haar functie van milieu-inspecteur, zwaar mag worden aangerekend.

4. Aangezien appellante geen afzonderlijke grieven heeft aangevoerd met betrekking tot het aspect schorsing, behoeft dat onderdeel van de aangevallen uitspraak geen nadere bespreking.

5. De Raad komt tot de slotconclusie dat de rechtbank het bestreden besluit terecht in stand heeft gelaten, zodat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.

6. De Raad acht tot slot geen termen aanwezig toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake vergoeding van proceskosten.

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door J.C.F. Talman als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en R. Kooper als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.B. de Gooijer als griffier, uitgesproken in het openbaar op 8 mei 2008.

(get.) J.C.F. Talman.

(get.) M.B. de Gooijer.

HD


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature