Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Verzoek gedwongen schuldregeling afgewezen. De aangeboden schuldregeling is niet goed en betrouwbaar gedocumenteerd.

Uitspraak



Rechtbank Rotterdam

Team Insolventie

rekestnummer: [nummer]

uitspraakdatum: 31 oktober 2014

afwijzen gedwongen schuldregeling

in de zaak van:

[naam],

wonende te [adres]

[woonplaats],

verzoeker.

1 De procedure

Verzoeker heeft op 21 augustus 2014, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om een zestal schuldeisers, te weten:

Zilveren Kruis Achmea, hierna te noemen: Zilveren Kruis;

[naam], hierna te noemen: [schuldeiser];

ABN AMRO, hierna te noemen: ABN AMRO;

International Card Services, hierna te noemen: ICS;

Universiteit Nyenrode, hierna te noemen: Nyenrode;

Verpalen & Neijssen, hierna te noemen: Verpalen;

die weigeren mee te werken aan een door verzoeker aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.

Mevrouw mr. J. Lantinga van Jongejan Wisseborn gerechtsdeurwaarders, heeft, namens ABN AMRO, voorafgaand aan de zitting een verweerschrift toegezonden.

Intrum Justitia, namens Verpalen, en AGC gerechtsdeurwaarders, namens Nyenrode, hebben voorafgaande aan de zitting, bij brief van 8 september 2014 respectievelijk bij faxbericht van 23 oktober 2014, aan de rechtbank te kennen gegeven alsnog in te stemmen met de aangeboden schuldregeling.

Ter zitting van 24 oktober 2014 zijn verschenen en gehoord:

de heer [naam], verzoeker;

de heer D. Jalink, werkzaam bij Plangroep Barendrecht Albrandswaard en Ridderkerk (hierna te noemen: schuldhulpverlening);

mevrouw[naam], schuldeiser;

de heer [naam], schriftelijk gevolmachtigde van[schuldeiser].

De overige schuldeisers zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

De uitspraak is bepaald op heden.

2 Het verzoek

Verzoeker heeft volgens het ingediende verzoekschrift eenentwintig schuldeisers, waarvan één preferente en twintig concurrente schuldeisers. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van 227.187,08 van verzoeker te vorderen.

Verzoeker heeft bij brief van 5 mei 2014 een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, inhoudende een betaling van 77,55 % aan de preferente schuldeisers en 38,77% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting. Ter terechtzitting heeft schuldhulpverlening verklaard dat er in het voorstel geen rekening was gehouden met de lopende alimentatieverplichtingen waardoor thans aan de preferente schuldeisers een verwacht percentage van 73,92% en aan de concurrente schuldeisers een percentage van 36,96% uitgekeerd wordt.

Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond.

De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm.

De aangeboden regeling is gebaseerd op de afloscapaciteit die verzoeker heeft op basis van zijn dienstbetrekking. Verzoeker werkt fulltime en heeft een arbeidscontract voor (on)bepaalde tijd. De aangeboden regeling voorziet in uitkering van een prognosepercentage. Dat betekent dat de afloscapaciteit eventueel nog hoger of nog lager zal kunnen uitvallen. Verzoeker heeft zich op het standpunt gesteld dat hij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan zijn schuldeisers aan te bieden. Verzoeker heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en zijn vaste lasten worden inmiddels door zijn budgetbeheerder voldaan.

Zeventien schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Zilveren Kruis, [schuldeiser], ABN AMRO en ICS stemmen hier niet mee in. Zij hebben een gezamenlijke vordering van € 25.892,55 op verzoeker, welke 11,4% van de totale schuldenlast beloopt.

3 Het verweer

In de contacten met schuldhulpverlening heeft Zilveren Kruis te kennen gegeven dat zij niet akkoord gaat met de aangeboden regeling omdat er na opgave van de hoogte van de vordering aan schuldhulpverlening een nieuwe schuld van verzoeker aan haar is ontstaan.

Ter terechtzitting heeft [schuldeiser] aangevoerd dat er bij het doen van betalingsvoorstel geen rekening is gehouden met de lopende alimentatie verplichtingen en dat haar vordering op verzoeker sinds de opgave van de schuld van € 8.527,04 is opgelopen tot circa € 12.000,00.

In haar verweerschrift heeft ABN AMRO gesteld dat uit het gedane betalingsvoorstel niet blijkt wie de andere schuldeisers zijn en of deze schulden zijn getoetst op juistheid en afdwingbaarheid. Voorts heeft ABN AMRO te kennen gegeven dat onduidelijk is of alle aanwezige activa zijn meegewogen in het voorstel en dat volledige betaling van haar vordering tot de mogelijkheden behoort.

Hoewel behoorlijk opgeroepen heeft ICS geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunten ter zitting toe te lichten.

4 De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Zilveren Kruis, [schuldeiser], ABN AMRO en ICS bij haar weigering vast.

De rechtbank stelt vast dat de gezamenlijke vordering van Zilveren Kruis, [schuldeiser], ABN AMRO en ICS, zoals opgegeven in het verzoekschrift, een aanzienlijk aandeel vormt van de totale schuldenlast (te weten 11,4% daarvan).

De vordering van [schuldeiser] heeft betrekking op lopende alimentatieverplichtingen .Ter terechtzitting is gebleken dat de lopende alimentatieverplichtingen, na opgave schuldhulpverlening, niet (volledig) zijn betaald en dat daardoor de schuldenlast is opgelopen. [schuldeiser] heeft in dit verband onbetwist gesteld dat de schuld thans € 12.000,00 bedraagt, derhalve bijna € 3.500,00 meer dan in het verzoekschrift is gesteld. Verder is van belang dat door schuldhulpverlening is verklaard dat in het voorstel geen rekening is gehouden met de lopende alimentatieverplichtingen, maar dat dit alsnog zal gebeuren.

Het gevolg van een en ander is dat het aan de schuldeisers uit te keren percentage lager zal uitvallen dan in het aanbod is vermeld. Dit is niet ter goedkeuring aan de schuldeisers voorgelegd. In de aanbiedingsbrief is weliswaar vermeld dat het voorstel een prognose is en dat afhankelijk van de reserveringsmogelijkheden van verzoeker het uiteindelijke resultaat hoger dan lager kan uitvallen, maar de rechtbank is van oordeel dat de schuldeisers er geen rekening mee hoefden te houden dat het uiteindelijke resultaat lager zou worden doordat de schuldenlast gedurende het minnelijk traject zou toenemen en lopende alimentatieverplichtingen alsnog in het voorstel zouden worden verwerkt.

Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de aangeboden schuldregeling niet goed en betrouwbaar is gedocumenteerd. Meer in het bijzonder kan niet worden aangenomen dat de schuldeisers die hebben ingestemd met het voorstel, die instemming zouden handhaven als zij het voorgaande op de hoogte zouden zijn. Tegen die achtergrond is er geen reden om Zilveren Kruis, [schuldeiser], ABN AMRO en ICS te bevelen in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling wordt daarom afgewezen. De rechtbank zal bij afzonderlijke beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.

5 De beslissing

De rechtbank:

- wijst af het verzoek om een gedwongen schuldregeling te bevelen.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout, rechter, en in aanwezigheid van mr. A.M. Pieters-Boelhouwer, griffier, in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2014.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature