Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

843a Rv

Bewijsbeslag elektronische data. Vordering inzage in Kort Geding, aangemerkt als hoofdzaak.

‘Rechtsbetrekking’? Onrechtmatige daad wegens slaafse nabootsing onvoldoende aannemelijk gemaakt. Wel rechtsbetrekking uit hoofde van een inmiddels beëindigde intentieovereenkomst met geheimhoudingsverplichting.

‘Bepaalde bescheiden’? De zoektermen worden nader gespecificeerd.

De voorzieningenrechter geeft procedureregels voor de inzage.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/315437 / KG ZA 17-67

Vonnis in kort geding van 10 april 2017

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

HOLONITE B.V.,

statutair gevestigd en kantoorhoudende te Tholen,

eiseres in conventie,

verweerster in voorwaardelijke reconventie,

advocaat mr. C. Beijer te Utrecht,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

COMPOSIETSTEEN B.V.,

tevens handelend onder de naam EKOSIET,

statutair gevestigd en kantoorhoudende te Dodewaard,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

EKOSIET B.V.,

statutair gevestigd te Boven Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, en kantoorhoudende Dodewaard,

gedaagden in conventie,

eiseressen in voorwaardelijke reconventie,

advocaat mr. M.E. Verwoert te Amsterdam.

Partijen zullen hierna Holonite en Composietsteen genoemd worden. Gedaagden zullen ieder afzonderlijk Composietsteen B.V. en Ekosiet B.V. worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding van 10 februari 2017 met de producties 1 t/m 8

de akte houdende het instellen van een voorwaardelijke eis in reconventie ingekomen op 17 maart 2017 met de producties 1 t/m 9

het faxbericht van 17 maart 2017 van Holonite met productie 9

de mondelinge behandeling op 20 maart 2017

de pleitnota van Holonite

de pleitnota van Composietsteen.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1.

Holonite is producent en distributeur van dorpels, vensterbanken, raamdorpels en muurafdekkers vervaardigd uit composietsteen en bedient de Nederlandse , Belgische en Duitse nieuwbouw- en renovatiemarkt met standaard en op maat gemaakte gevel- en afbouwelementen. Holonite verkoopt verschillende soorten dorpels, te weten hybride dorpels, Kumax dorpels en Premax dorpels. Kumax en Premax zijn door Holonite op respectievelijk 10 augustus 2004 en 1 september 1998 als woordmerk ingeschreven in het Benelux merkenregister. Premax dorpels, die zijn vervaardigd uit composietsteen, vormen een belangrijk deel van het assortiment van Holonite en worden verhandeld in de timmerindustrie. Een van de best verkopende Premax dorpels is de (laag reliëf) dorpel met de door Holonite zelf bedachte aanduiding MBI, waarbij de M staat voor de eerste letter van de eerste afnemer van die dorpel, het bedrijf MUWI, en BI voor binnendraaiend. Die aanduiding MBI wordt vergezeld van een cijfer, welk cijfer correspondeert met de sponningmaat. Een veel voorkomende sponningmaat is 51 of 57.

2.2.

Composietsteen B.V., tot 30 september 2016 Ekosiet B.V. genaamd, is een groothandel in bouwmaterialen en een specialist op het gebied van (gegoten) composietsteen. Ekosiet B.V., tot 30 september 2016 P.P. Gevelbouw B.V. genaamd, is eveneens actief in de branche voor bouwmaterialen. P.P. Gevelbouw Beheer B.V. is bestuurder en enig aandeelhouder van Composietsteen B.V. en van Ekosiet B.V. Bestuurder van P.P. Gevelbouw Beheer B.V. is [naam 1] Beheer B.V. Bestuurder van [naam 1] Beheer B.V. is de heer [naam 2] .

2.3.

Op 5 december 2008 hebben Holonite en Ekosiet B.V. (toen nog geheten P.P. Gevelbouw B.V.) een intentieovereenkomst gesloten, waarin onder meer het volgende is overeengekomen:

Overwegende dat:

Holonite houdt zich bezig met het bedrijfsmatig ontwikkelen en produceren van gegoten composietsteen en dan specifiek toegespitst op seriematige elementen zoals deurdorpels, vensterbanken, raamdorpels en muurafdekkers, (…) en zij heeft als zodanig een toonaangevende plaats verworven binnen bouw- en industriële markten als producent en leverancier van dit soort afbouwelementen;

PPG houdt zich ook bezig met het bedrijfsmatig ontwikkelen, produceren en leveren van gegoten composietsteen, maar dan vooral op het gebied van geveltoepassingen (gevelelementen/platen bestemt voor in utiliteit- en woningbouw) en specials, in het bijzonder ornamenten/elementen bestemt voor de buitenruimte (Urban/Public Design);

(…)

Artikel 4: Samenwerkingsbepalingen

Eerbiediging specialismen

4.1.

Gedurende de geldingsduur van de Intentie overeenkomst zullen Partijen zich onthouden van het ontwikkelen en/of produceren en/of vermarkten van composietproducten op die gebieden waarop de andere Partij gespecialiseerd is. In dit verband wordt met de specialisatiegebieden gedoeld op de in de considerans omschreven productsoorten.

(…)

Ter beschikking stellen know-how

4.3.

Partijen zullen, onder de verplichting tot geheimhouding als bedoeld in artikel 8, aan elkaar zonder verdere beperkingen, doch zonder daarvoor aan elkaar enige vergoeding verschuldigd te zijn, alle voor het doel van de samenwerking benodigde know-how uitwisselen, o.m. op, maar niet beperkt tot, het gebied van recepturen en montagetechnieken. Uitwisseling van recepturen dient m.n. het doel om op de verschillende productielocaties (Tholen, Halsteren en Ochten) toch een uniforme tint/textuur te verkrijgen. Zij zullen elkaar voorts in de gewenste mate zonder daarvoor aan elkaar enige vergoeding verschuldigd te zijn met raad en daad bijstaan bij het toepassen van deze know-how.

(…)

Artikel 8: Geheimhouding

8.1.

Partijen zullen alle kennis, in de ruimste zins des woord, dat zij op basis van de samenwerking opdoen uitsluitend ten behoeve van die samenwerking gebruiken en daar tegenover elkaar voor in dienen te staan. Bovendien zullen Partijen ervoor in dienen te staan dat zij die kennis op geen enkele wijze zullen benutten ten behoeve van derden. Alle informatie die Partijen aan elkaar verstrekken ter uitvoering van deze Intentie overeenkomst is daarom strikt vertrouwelijk en mag uitsluitend en alleen ter uitvoering van deze Intentie overeenkomst en in het belang van Partijen worden gebruikt.

2.4.

Bij brief van 11 oktober 2011 heeft Holonite Ekosiet B.V. (toen nog P.P. Gevelbouw B.V.) bericht dat de intentieovereenkomst per 1 november 2011 werd opgezegd.

2.5.

Op enig moment heeft Composietsteen ook dorpels aan haar assortiment toegevoegd. Nog later heeft Composietsteen een dorpel onder de naam ‘Ekosiet dorpel MBI 51 en MBI 57’ op de markt gebracht, welke dorpel is vervaardigd uit composietsteen.

2.6.

Na daartoe verleend verlof heeft Holonite op 13 december 2016 ten laste van Composietsteen conservatoir bewijsbeslag gelegd op alle afschriften van documentatie en kopieën van elektronische data (waaronder correspondentie, e-mails, computer aided design tekeningen, ontwerp- en productietekeningen en productieaanvragen en -offertes) die betrekking (kunnen) hebben op de vervaardiging, verkrijging en verhandeling van de ‘Ekosiet dorpel MBI 57’/ ‘MBI 57’, ‘Ekosiet dorpel MBI 51’ / ‘MBI 51’, ‘MBI51’, ‘MBI57’ en waarin de namen/woorden ‘Paul Jas’, ‘P. Jas’, ‘Holonite’, ‘Premax’ en ‘gegoten composietsteen’ voorkomen. Een ICT-deskundige heeft in opdracht van de deurwaarder elektronische kopieën (op een harde schijf en vervolgens een kopie daarvan op twee usb-sticks) hiervan gemaakt en deze aan de deurwaarder ter gerechtelijke bewaring afgegeven.

2.7.

Bij brief van 6 januari 2017 heeft [naam 3] namens Ekosiet B.V. aan de heer [naam 4] (Holonite) bericht:

(…) Daarnaast wordt in het juridische stuk de indruk gewekt dat wij dezelfde dorpel maken als die van Holonite. Niets is minder waar, zoals ook onze (en jullie) klanten zullen beamen. De samenstelling en kwaliteit van de dorpels zijn namelijk beduidend anders. Qua maatvoering houden wij net als menig andere partij de standaarden aan van de timmerindustrie. Zoals jullie ongetwijfeld weten, zijn deze maatvoering en verbindingen vereisten die óf vanuit de betreffende certificerende instellingen worden opgelegd óf door klanten worden gevraagd. De foto’s van de vier dorpels van Holonite, Ekosiet en concullega’s die bij de stukken zijn gevoegd, zijn naar de rechtbank toe misleidend. Bij een juiste voorstelling van zaken, had de rechtbank geen verlof gegeven. Door de manier van afbeelden wordt namelijk de indruk gewekt dat de dorpels van onze concullega’s kleiner zijn. Deze dorpels verschillen echter qua maatvoering gering tot helemaal niet.

Verder wordt de suggestie gewekt dat Ekosiet met kennis van Holonite haar dorpel heeft opgezet. Dat is geenszins het geval. P.P. Gevelbouw (voorloper van Ekosiet) is sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw gespecialiseerd in composietsteen. De kennis voor het vervaardigen van dorpels is al decennialang aanwezig binnen ons bedrijf en daarmee ruim voor de samenwerking met Holonite in 2009 werd aangegaan. Ik wil jullie erop attent maken dat er destijds vrijwel geen kennis is overgedragen van Holonite naar Ekosiet/P.P. Gevelbouw die zinvol zou zijn voor het procederen van een dorpel. Dit blijkt uit het besluit van Holonite om Ekosiet/P.P. Gevelbouw te benaderen voor de productie (en niet andersom), omdat de mogelijkheden daarvoor binnen jullie bedrijf niet aanwezig waren en binnen ons bedrijf wel. Daarnaast is het verwijt dat Paul Jas ons heeft geholpen bij het produceren van de dorpel onwaar. Daarom kan geconcludeerd worden dat de betreffende dorpel (“MBI”) geheel op eigen kracht is geproduceerd. Dit zal zonder twijfel blijken uit een eventueel vervolg van een proces. Het ligt echter niet binnen onze belangen om het zo ver te laten komen. Derhalve hebben wij als Ekosiet zijnde besloten met onmiddellijke ingang de aanduiding “MBI” niet meer te gebruiken. Wij zijn overigens van mening dat wij daartoe niet verplicht zijn.

3 Het geschil in conventie

3.1.

Holonite vordert in conventie dat de voorzieningenrechter

primair

A. beveelt dat het een deurwaarder van Equilibristen gerechtsdeurwaarders te Dordrecht is toegestaan de dataseparatie conform de zoektermen ‘Ekosiet dorpel MBI 57’/ ‘MBI 57’, ‘Ekosiet dorpel MBI 51’ / ‘MBI 51’, ‘MBI51’, ‘MBI57’, ‘Paul Jas’, ‘P. Jas’, ‘Holonite’, ‘Premax’ en/of ‘gegoten composietsteen’ te laten verrichten, hetgeen Composietsteen dient te gedogen, en voor zover nodig dat de voornoemde deurwaarder zich daarvoor laat bijstaan door een ICT-deskundige van Probatius te Waddinxveen,

B. veroordeelt Composietsteen toe te staan en te gedogen dat (kopieën van) de bescheiden, welke resultante zijn van de in het lichaam van de dagvaarding genoemde werkwijze tot dataseparatie en welke kwalificeert als “definitieve selectie”, aan Holonite worden afgegeven, althans Holonite inzage krijgt in die bescheiden,

C. bepaalt dat de (digitale) bescheiden die Equilibristen gerechtsdeurwaarders te Dordrecht alsmede de onder diens verantwoordelijkheid werkzame ICT-deskundige van Probatius te Waddinxveen, in het kader van het bewijsbeslag al dan niet digitaal hebben gekopieerd, doch welke geen deel uitmaken van de definitieve selectie als bedoeld onder B., gedurende een periode van zes maanden na dit vonnis bewaard mogen blijven onder de in het beslagverlof van 7 december 2016 aangewezen bewaarder, zulks onder de voorwaarden dat:

i) de kosten van bewaring vooralsnog ten laste van Holonite komen;

ii) Equilibristen gerechtsdeurwaarders alsmede de onder diens verantwoordelijkheid werkzame ICT-deskundige van Probatius alsmede een eventueel door Equilibristen gerechtsdeurwaarders ingeschakelde onafhankelijk technisch deskundige alsmede de bewaarder verplicht zijn jegens een ieder geheimhouding te betrachten met betrekking tot de inhoud van de niet geselecteerde bescheiden, behoudens toestemming van Composietsteen en/of nader rechterlijk verlof of bevel,

iii) Equilibristen gerechtsdeurwaarders de niet geselecteerde bescheiden dient te vernietigen indien niet binnen zes maanden na dit vonnis ten aanzien van de geselecteerde bescheiden (opnieuw) verlof tot conservatoir bewijsbeslag wordt verzocht en verkregen,

subsidiair

A. beveelt dat het een deurwaarder van Equilibristen gerechtsdeurwaarders te Dordrecht is toegestaan de dataseparatie conform de zoektermen als weergegeven te laten verrichten, hetgeen Composietsteen dient te gedogen, en voor zover nodig dat de voornoemde deurwaarder zich daarvoor laat bijstaan door een ICT-deskundige van Probatius te Waddinxveen alsmede een onafhankelijk technisch deskundige,

B. bepaalt dat het verrichten van de dataseparatie alsmede het verschaffen van afschrift en inzage aan Holonite op een nader door de voorzieningenrechter te bepalen wijze geschiedt, hetgeen Composietsteen dient te gedogen,

zowel primair en subsidiair

Composietsteen hoofdelijk veroordeelt in de kosten van deze procedure.

3.2.

Composietsteen voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 Het geschil in voorwaardelijke reconventie

4.1.

Composietsteen vordert in voorwaardelijk reconventie – indien de vordering tot inzage van Holonite wordt afgewezen – dat de voorzieningenrechter

I. het op 13 december 2016 op verzoek van Holonite ten laste van Ekosiet B.V. gelegd conservatoir bewijsbeslag met onmiddellijke ingang opheft, en

II. Holonite veroordeelt in de kosten van dit geding in reconventie.

4.2.

Holonite voert verweer.

4.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5 De beoordeling in conventie en voorwaardelijke reconventie

5.1.

Aangezien de vorderingen in conventie en in voorwaardelijke reconventie nauw met elkaar samenhangen, bespreekt de voorzieningenrechter deze gezamenlijk.

5.2.

Als meest verstrekkend verweer heeft Composietsteen aangevoerd dat het beslag is vervallen, omdat Holonite geen eis in de hoofdzaak heeft ingesteld. De onderhavige procedure, die op 10 februari 2017 aanhangig is gemaakt kan, volgens Composietsteen niet als zodanig worden aangemerkt.

5.3.

Holonite vordert in dit kort geding kort gezegd inzage in de stukken die zijn getroffen door het conservatoir bewijsbeslag. Op grond van artikel 843a lid 1 Rv kan, indien aan de eisen van dat artikel is voldaan, inzage, afschrift of uittreksel worden gevorderd van bepaalde bescheiden, waaronder mede wordt verstaan op een gegevensdrager aangebrachte gegevens. Lid 2 bepaalt dat de rechter zo nodig bepaalt op welke wijze inzage, afschrift of uittreksel wordt verschaft. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9958, geoordeeld dat artikel 843a Rv in verbinding met artikel 730 Rv voldoende grondslag biedt voor bewijsbeslag, dat de artikelen 1019a leden 1 en 3, 1019b leden 3 en 4 en 1019c Rv op een dergelijk beslag van overeenkomstige toepassing zijn, en dat moet worden aangenomen dat de vaststelling van de wijze waarop inzage, afschrift of uittreksel kan worden verkregen, mede kan omvatten dat de desbetreffende bescheiden uit de macht van de bezitter of houder worden gebracht. Er bestaat dan dus een rechtsplicht tot afgifte. In dat geval ligt het in de rede dat de procedure waarin ex 843a Rv inzage, afschrift of uittreksel wordt gevorderd (in ieder geval óók) wordt aangemerkt als eis in de hoofdzaak in de zin van artikel 700 lid 3 Rv. De ratio van de verplichting dat een termijn moet worden gesteld voor het instellen van een eis in de hoofdzaak is immers dat op enig moment - al dan niet in rechte - een einde komt aan het conservatoire karakter van het beslag. De beslissing op de vordering ex 843a Rv - indien deze kracht van gewijsde heeft verkregen - kan daartoe leiden. Van belang daarbij is mede dat de kwalificatie ‘eis in de hoofdzaak’ in de rechtspraak ruim pleegt te worden uitgelegd.

5.4.

Nu gelet op het voorgaande het onderhavige kort geding waarin inzage in de beslagen stukken wordt gevorderd, kan worden aangemerkt als een hoofdzaak, het beslag op 13 december 2016 is gelegd en de dagvaarding in kort geding op 10 februari 2017 is betekend, is binnen de in de beschikking vermelde termijn van twee maanden de eis in de hoofdzaak ingesteld. Het verweer van Composietsteen faalt derhalve.

5.5.

Holonite heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen, nu deze zijn gegrond op een beweerdelijke stelselmatige inbreuk op een subjectief recht (slaafse nabootsing) waarvan zij stelt schade te ondervinden.

5.6.

Holonite vordert in dit kort geding inzage in de digitale bescheiden waarop op 13 december 2016 conservatoir bewijsbeslag is gelegd. Volgens Holonite is de Premax dorpel MBI 51 haar best verkopende dorpel en heeft Holonite zelf de benaming MBI 51 bedacht (waarbij M staat voor de eerste afnemer van die dorpel, MUWI, BI voor binnendraaiend en 51 voor de sponningmaat), welke benaming Composietsteen één op één heeft gekopieerd. Hiermee maakt Composietsteen zich schuldig aan slaafse nabootsing, hetgeen onrechtmatig is. Daar komt bij dat partijen een intentieovereenkomst hadden, waarin onder meer een geheimhoudingsclausule was opgenomen, en dat na het eindigen van die overeenkomst een werknemer van Holonite, die nauw betrokken was bij het productieproces van de Premax dorpel, in dienst is getreden bij Composietsteen. De slaafse nabootsing in combinatie met deze omstandigheden levert volgens Holonite voldoende grond op voor toewijzing van de vordering tot inzage.

5.7.

Een vordering op grond van artikel 843a Rv , al dan niet in verbinding met artikel 1019a Rv , kan worden toegewezen indien: (a) degene die inzage, afschrift, uittreksel van bescheiden of overlegging van ander bewijsmateriaal vordert, daarbij een rechtmatig belang heeft, (b) het bepaalde bescheiden en/of bepaald ander bewijsmateriaal betreft als bedoeld in voormelde bepalingen, en (c) deze bescheiden en/of dit bewijsmateriaal een rechtsbetrekking betreffen waarin degene die deze vordering heeft ingesteld of zijn rechtsvoorgangers, partij zijn.

5.8.

In het kader van vereiste (c) geldt een verbintenis uit onrechtmatige daad als een rechtsbetrekking als bedoeld in artikel 843a Rv . Holonite dient voldoende aannemelijk te maken dat sprake is van een onrechtmatige daad, waarbij het aankomt op een waardering van de stellingen en verweren van partijen. Uitgangspunt daarbij is dat niet behoeft te zijn voldaan aan de mate van aannemelijkheid die is vereist voor toewijzing in kort geding van een op een onrechtmatige daad gebaseerde vordering (HR 13 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3304). Het bewijsbeslag strekt er immers toe om de betreffende vordering uit onrechtmatige daad nader te onderbouwen.

5.9.

Holonite grondt haar vordering dus allereerst op slaafse nabootsing. Uitgangspunt is dat de nabootsing van een stoffelijk product dat niet door een absoluut recht van intellectuele eigendom wordt beschermd in beginsel is toegestaan. Dit is alleen dan ongeoorloofd indien men zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid afbreuk te doen op bepaalde punten evengoed een andere weg had kunnen inslaan. Als de vormgeving van een product wordt nagevolgd, is voor een onrechtmatige slaafse nabootsing voorts vereist dat het nagevolgde product een eigen plaats in de markt (onderscheidend vermogen) heeft. Het nagebootste product dient zich naar zijn uiterlijke verschijningsvorm te onderscheiden van andere gelijksoortige producten op de markt.

5.10.

Allereerst is het maar zeer de vraag of Holonite een eigen plaats op de markt heeft verworven met haar composietstenen dorpels in de uitvoering MBI 51. Dat haar product ten tijde van het op de markt brengen een onderscheidend vermogen toekwam, is thans evenmin voldoende aannemelijk geworden. Los daarvan geldt dat een composietstenen dorpel een vrij standaard product is qua maatvoering, nu dit moet worden afgesteld op het praktische gebruik ervan en daarmee dus dient te worden aangepast aan de breedte van de deuropening, en grotendeels technisch is bepaald. Er zou hooguit sprake kunnen zijn van slaafse nabootsing door Composietsteen als op geen enkel punt wordt afgeweken van het model van Holonite. In het onderhavige geval heeft Composietsteen evenwel ander materiaal en ander composiet gebruikt. Composietsteen heeft ter zitting verklaard dat zij als bindmiddel polyester hars gebruikt dat voor 10% onderdeel uitmaakt van het geheel en dat er voor 90% grote granulaten/kiezelstenen (1 tot 3 mm) worden gebruikt. Deze natuursteentjes zijn afkomstig uit België (kwarts, wit) en Noorwegen (labrador, zwart). De voorzieningenrechter heeft ter zitting geconstateerd, hetgeen niet weersproken is, dat Holonite gebruik maakt van een zandmengsel met hars. Dit geeft een andere uitstraling, zoals hierna op onderstaande foto is weergegeven.

Holonite Composietsteen

Alhoewel deze structuur slechts waarneembaar is indien een dwarsdoorsnede wordt gemaakt en daarmee dus aan de kopse kant, welke kant normaal – indien de dorpels zijn gemonteerd – niet zichtbaar is, geldt dat dit in de folders wel wordt getoond en daarmee kenbaar is voor het relevante publiek (te weten architecten en timmerlieden). Holonite heeft in dat verband nog aangevoerd dat er ook andere mengsels mogelijk zijn en door haar worden gemaakt. Dit kan zo zijn, maar daarvan heeft Holonite geen bewijs ((foto’s van) dorpels) overgelegd. Wat verder zichtbaar is, en daarmee een duidelijk verschil betreft, is dat de dorpel van Composietsteen doffer is dan die van Holonite (die dus meer glanst) en dat de dorpel van Holonite in één stuk is gegoten en de dorpel van Composietsteen niet. Daarnaast zijn er qua maatvoeringen van de dorpels van partijen kleine verschillen, omdat Composietsteen een andere mal gebruikt, en lopen de dorpels van Composietsteen taps toe en zijn de hoeken niet recht. Dit volgt ook uit de door Composietsteen overgelegde en hierna weergegeven foto’s. Tot slot is niet weersproken dat Composietsteen niet langer gebruik maakt van de benaming/aanduiding MBI. In dit kort geding is vooralsnog dan ook onvoldoende aannemelijk geworden dat sprake is van slaafse nabootsing.

nr. 8 Holonite nr. 4 Composietsteen

afmetingen Ekosiet Holonite

5.11.

De vraag is voorts of sprake is van een andere rechtsbetrekking waar Holonite partij bij is. Holonite heeft in dat verband verwezen naar de intentieovereenkomst die zij op

5 december 2008 met Ekosiet B.V. heeft gesloten (en die per 1 november 2011 door Holonite is opgezegd). In die overeenkomst is in artikel 8.1. een geheimhoudingsverplichting opgenomen, kort gezegd inhoudende dat partijen de kennis die zij opdoen op basis van de samenwerking uitsluitend ten behoeve van die samenwerking zullen gebruiken en voorts die kennis op geen enkele wijze zullen benutten ten behoeve van derden. In artikel 4.3. waren partijen overeengekomen dat zij, onder geheimhouding, hun know-how, onder meer op het gebied van recepturen en montagetechnieken, zouden uitwisselen.

5.12.

Holonite heeft aangevoerd dat [naam 5] , innovatiemanager bij Holonite en nauw betrokken bij de ontwikkeling van de Premax dorpels, na een arbeidsconflict Holonite in 2012 heeft verlaten en vervolgens bij Composietsteen in dienst is getreden. Dit is dus gebeurd nadat in november 2011 een einde was gekomen aan de intentieovereenkomst. Vervolgens is Composietsteen B.V. en/of Ekosiet B.V. omstreeks 2014 composietstenen dorpels met de benaming MBI 51 dan wel MBI 57 gaan ontwikkelen en produceren en is zij zich op dezelfde markt als waarop Holonite zich begeeft gaan richten, terwijl zij dat eerder – zo blijkt uit de considerans bij de intentieovereenkomst – niet deed. Dit alles in onderling verband en samenhang bezien maakt dat aanwijzingen bestaan of althans geenszins uitgesloten kan worden dat Ekosiet B.V. mogelijk know-how van Holonite aan Composietsteen B.V., zijnde formeel een derde bij de overeenkomst van 5 december 2008, ter beschikking heeft gesteld, hetgeen zij op grond van die overeenkomst niet mocht doen, en/of dat Ekosiet B.V. kennis die zij op basis van de samenwerking heeft opgedaan niet ten behoeve van die samenwerking heeft gebruikt en/of dat Ekosiet B.V. op andere wijze in strijd heeft gehandeld met de postcontractuele goede trouw en de redelijkheid en billijkheid die (voormalige) contractspartijen tegenover elkaar in acht hebben te nemen. Aan het vereiste onder (c) van het bestaan van een rechtsbetrekking tussen partijen is dan ook voldaan.

5.13.

Dat Ekosiet B.V. zich over een bepaalde periode mogelijk schuldig zou hebben gemaakt aan wanprestatie en/of onrechtmatig handelen jegens Holonite maakt dat Holonite voldoende belang heeft om nader te onderzoeken in welke omvang en gedaante de beweerdelijke handelingen hebben plaatsgevonden.

5.14.

Wat Holonite verlangt is inzage in alle beslagen digitale bescheiden waarin de volgende woorden en/of combinaties en/of naam/namen voorkomen: ‘Ekosiet dorpel MBI 57’/ ‘MBI 57’, de ‘Ekosiet dorpel MBI 51’ / ‘MBI 51’, ‘MBI51’, ‘MBI57’, ‘Paul Jas’, ‘P. Jas’, ‘Holonite’, ‘Premax’ of ‘gegoten composietsteen’. Dit betreft een wezenlijk deel van de administratie van Composietsteen. Holonite wil dit wezenlijke deel van de administratie Composietsteen doorlopen teneinde daarmee haar vordering te kunnen onderbouwen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dit te onbepaald en voert dit te ver om nog als betrekking hebbend op (slechts) “bepaalde bescheiden” te kunnen aanmerken. In zoverre dient de vordering dan ook aangemerkt te worden als een “fishing expedition”. Subsidiair heeft Holonite verzocht, waarmee Composietsteen ter zitting heeft ingestemd voor het geval de voorzieningenrechter aan de beoordeling hiervan zou toekomen, om inzage in de bescheiden waarin de volgende combinatie van woorden en naam voorkomen:

‘Paul Jas/P. Jas’ én ‘MBI 51/MBI 57’ én ‘model/vormgeving/receptuur/recept/know how/tekening’. Deze beperktere combinatie acht de voorzieningenrechter wel toewijsbaar, nu hiermee concrete bescheiden worden geselecteerd en wordt voorkomen dat Holonite, die als een concurrent van Composietsteen is te beschouwen, inzage krijgt in een belangrijk deel van de administratie van Composietsteen. De plicht om inzage te geven dient immers niet verder te strekken dan strikt noodzakelijk is.

5.15.

Tot slot geldt nog dat, voor zover de grondslag van de vordering onrechtmatig handelen betreft, artikel 843a lid 4 Rv bepaalt dat degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, niet gehouden is aan de exhibitieplicht te voldoen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, alsmede indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.

5.16.

Composietsteen heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er gewichtige redenen zijn om niet aan de exhibitieplicht te voldoen. Het verweer dat met het horen van Paul Jas als getuige hetzelfde resultaat bewerkstelligd kan worden, kan niet gevolgd worden. Het gaat Holonite ook om documentatie en andere bescheiden die mogelijk in de administratie van Composietsteen zijn te vinden, waarmee de omvang van de/het beweerdelijke slaafse nabootsing/onrechtmatig handelen/wanprestatie kan worden onderbouwd. Dat Holonite voor een deel zelf over stukken bezit die Paul Jas vanuit Holonite naar Ekosiet B.V. heeft gestuurd, is weliswaar gesteld, maar niet nader onderbouwd. Bovendien is het begrijpelijk dat Holonite juist op zoek is naar stukken die Paul Jas mogelijk heeft gestuurd of vervaardigd op het moment dat hij in dienst was bij Composietsteen. Dit verweer treft dus evenmin doel.

5.17.

De gevorderde inzageprocedure zal met afdoende waarborgen worden omkleed, in die zin dat Holonite slechts de relevante documenten en geen andere vertrouwelijke bedrijfsinformatie onder ogen krijgt en dat de advocaat van Composietsteen, alvorens de geselecteerde bescheiden aan Holonite worden verstrekt, in de gelegenheid wordt gesteld om te controleren of de deurwaarder een juiste selectie heeft gemaakt. Indien de advocaat van Composietsteen bezwaar maakt tegen de selectie en de deurwaarder er niet mee kan instemmen dat bepaalde bestanden niet tot de selectie zullen behoren, dient de deurwaarder het verschil van inzicht hieromtrent op grond van zijn ministerieplicht voor te leggen aan de voorzieningenrechter. Verder zullen de overige bestanden nog zes maanden na dit vonnis bewaard mogen blijven onder de hierna te vermelden voorwaarden. De voorzieningenrechter acht de primaire vorderingen onder A. t/m C. in zoverre en onder die voorwaarden dan ook toewijsbaar.

5.18.

Nu de vordering in conventie (grotendeels) wordt toegewezen, is niet aan de voorwaarde waaronder de vordering in reconventie tot opheffing van het gelegde conservatoire bewijsbeslag is ingesteld, voldaan, zodat aan de beoordeling hiervan niet wordt toegekomen.

5.19.

Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.

6 De beslissing

De voorzieningenrechter

6.1.

gebiedt Composietsteen toe te staan en te gedogen dat een deurwaarder van Equilibristen gerechtsdeurwaarders te Dordrecht, voor zover nodig met bijstand van een ICT-deskundige van Probatius te Waddinxveen, inzage neemt in alle bescheiden die zich thans uit hoofde van het gelegde bewijsbeslag in gerechtelijke bewaring bevinden en door middel van dataseparatie bepaalt in welke documenten de zoektermen ‘Paul Jas/P. Jas’ én ‘MBI 51/MBI 57’ én ‘model/vormgeving/receptuur/recept/know how/tekening’ voorkomen,

6.2.

gebiedt Composietsteen toe te staan en te gedogen dat de deurwaarder de als relevant geselecteerde (digitale) bescheiden, welke resultante zijn van de dataseparatie en welke kwalificeren als “definitieve selectie”, aan de advocaat van Composietsteen ter beschikking stelt, waarna de advocaat de bescheiden kan controleren op feitelijke onjuistheden en deze eventuele onjuistheden binnen een door de deurwaarder te stellen redelijke termijn aan de deurwaarder kenbaar kan maken, waarna de deurwaarder – indien er geen bezwaren zijn of indien hij instemt met de bezwaren – de definitieve selectie vaststelt en die aan Holonite ter inzage beschikbaar stelt of, indien de deurwaarder niet instemt met de bezwaren, zijn bevindingen opneemt in een proces-verbaal en vervolgens een kort geding aanhangig maakt en de kwestie ex artikel 438 lid 4 Rv aan de voorzieningenrechter voorlegt,

6.3.

bepaalt dat de (digitale) bescheiden die de deurwaarder alsmede de onder diens verantwoordelijkheid werkzame ICT-deskundige, in het kader van het bewijsbeslag al dan niet digitaal hebben gekopieerd, doch welke geen deel uitmaken van de definitieve selectie als bedoeld onder 6.2., gedurende een periode van zes maanden na dit vonnis bewaard mogen blijven onder de in het beslagverlof van 7 december 2016 aangewezen bewaarder, zulks onder de voorwaarden dat:

i) de kosten van bewaring vooralsnog ten laste van Holonite komen;

ii) de deurwaarder en de onder diens verantwoordelijkheid werkzame ICT-deskundige alsmede een eventueel door de deurwaarder ingeschakelde onafhankelijk technisch deskundige alsmede de bewaarder verplicht zijn jegens een ieder geheimhouding te betrachten met betrekking tot de inhoud van de niet geselecteerde bescheiden, behoudens toestemming van Composietsteen en/of nader rechterlijk verlof of bevel;

iii) de deurwaarder de niet geselecteerde bescheiden vernietigt indien niet binnen zes maanden na dit vonnis ten aanzien van de geselecteerde (digitale) bescheiden (opnieuw) verlof tot conservatoir bewijsbeslag wordt verzocht en verkregen,

6.4.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

6.5.

compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,

6.6.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.J.M. Vermulst op 10 april 2017.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature