Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Drievoudige poging tot doodslag. Verdachte heeft samen met zijn mededader geschoten op een auto met drie inzittenden. Getuigenverklaringen voldoende wettig en overtuigend bewijs voor veroordeling. Voorwaardelijk opzet. Gevangenisstraf van VIER jaren.

Uitspraak



GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

S T R A F V O N N I S

in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1998 in [geboorteland],

wonende in [geboorteplaats],

thans alhier gedetineerd.

1 Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 maart 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. E. Cafarzuza, occuperende voor mr. D.G. Illes.

De officier van justitie, mr. Y. Pronk, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van feit 1 primair en feit 2 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest.

De officier van justitie heeft de teruggave aan de verdachte verzocht van de in beslag genomen mobiele telefoon van het merk Samsung.

De raadsvrouw heeft het woord tot verdediging gevoerd.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:

1. dat hij op of omstreeks 5 augustus 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het voornemen om opzettelijk [slachtofer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] van het leven te beroven, met een pistool en/of een revolver, althans een vuurwapen, een (of meer) schot(en) op en/of in de richting van de auto waarin die [slachtofer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en), heeft/hebben gelost, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

(artikel 2:259 jo artikel 1:119 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)

althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen

dat hij op of omstreeks 5 augustus 2016 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het voornemen om aan [slachtofer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk met een pistool en/of een revolver, althans een vuurwapen, een (of meer) schot(en) op en/of in de richting van de auto waarin die [slachtofer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en), heeft/hebben gelost, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

(artikel 2:275 lid 1 jo artikel 1:119 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)

2. dat hij op of omstreeks 5 augustus 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk de (achter)ruit van een (personen)auto (van het merk [merk], model [model] en voorzien van het kentekennummer [kentekennummer]), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en zijn, vedachtes, mededader(s), heeft/hebben vernield en/of beschadigd;

(artikel 2:334 lid jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)

3 Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.

Bevoegdheid van het gerecht

Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.

Ontvankelijkheid van de officier van justitie

Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.

Redenen voor schorsing van de vervolging

Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4 Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring

Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:

1. dat hij op of omstreeks 5 augustus 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het voornemen om opzettelijk [slachtofer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] van het leven te beroven, met een pistool en/of een revolver, althans een vuurwapen, een (of meer) schot(en) op en/of in de richting van de auto waarin die [slachtofer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en), heeft/hebben gelost, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2. dat hij op of omstreeks 5 augustus 2016 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk de (achter)ruit van een (personen)auto (van het merk [merk], model [model] en voorzien van het kentekennummer [kentekennummer]), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en zijn, vedachtes, mededader(s), heeft/hebben vernield en/of beschadigd;

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

5 Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de volgende bewijsmiddelen zijn vervat, waarbij ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts wordt gebezigd voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, administratienummer [nummer], d.d. 6 december 2016, opgemaakt door verbalisant [verbalisant], brigadier eerste klasse bij voormeld korps.

Bijlage 1

1. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, , voor zover inhoudende, als proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], -zakelijk weergegeven-:

Gisteren 5 augustus 2016, omstreeks 20:00 uur, nadat ik mijn vrienden [naam vriend] en [slachtoffer 3] had opgehaald, herinnerde ik mij dat ik het huis niet had afgesloten. Ik reed terug naar huis. Nadat ik de woning op slot had gedaan, reden wij weg. Bij de bocht ten westen van mijn huis, zag ik een paar jongens op een elektriciteitshuisje zitten. Ik herkende uit deze groep de jongens genaamd [medeverdachte], [verdachte], [jongen 1], [jongen 2] en [jongen 3]. Toen ik hen voorbij reed, zag ik [medeverdachte], [verdachte], [jongen 1], [jongen 2], en [jongen 3] opstaan en in mijn richting komen rennen. Zij hadden allemaal een vuistvuurwapen in hun handen. Ik zag dat [medeverdachte] en [verdachte] opeens begonnen te schieten. Zij hadden in totaal vier schoten op mij, de auto en de andere inzittenden afgevuurd. De achterruit van de auto sprong meteen uit elkaar door de afgeschoten kogels. Door de schrik en de angst voor mijn leven, trapte ik op het gaspedaal en reed meteen vandaar weg. Ik belde mijn stiefvader op en vertelde wat er was gebeurd. Vanochtend belde mijn vader de politie op. De politie zei tegen hem om de auto bij de politiewacht te Sint Nicolaas te brengen. Door deze handelingen voel ik mij in mijn leven en in mijn veiligheid bedreigd.

Bijlage 2

2. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4], -zakelijk weergegeven-:

Gisteren 5 augustus 2016, tussen 20:00 uur en 21:00 uur, kwam mijn broer [slachtoffer 1] bij mij thuis en vroeg aan mij of hij mijn auto kon lenen. Ik ging ermee akkoord en [slachtoffer 1] ging vervolgens weg met mijn auto. Omstreeks 24:00 uur zat ik bij het huis van mijn neef toen [slachtoffer 1] bij ons kwam. [slachtoffer 1] zei tegen mij dat men op hem geschoten had en dat mijn auto vernield werd. Ik ging toen naar de auto kijken en zag dat de achterruit helemaal vernield was. [slachtoffer 1] zei tegen mij dat het mijn neef [medeverdachte] en [verdachte] waren, die op hem hadden geschoten. In de ochtenduren ging ik mijn auto beter bekijken. Ik zag een schot beneden aan de kofferbak en een schot binnen, achter in de auto daar waar de geluidssprekers zijn. De stiefvader van [slachtoffer 1] belde de politie op en de politie zei tegen hem om de auto bij de politiewacht te Sint Nicolaas te brengen, hetgeen ik ook heb gedaan. Mijn auto is een [merk auto], wit van kleur.

Bijlage 4

3. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 9 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], respectievelijk onderinspecteur en brigadier eerste klasse bij voornoemd korps, voor zover inhoudende, als proces-verbaal van onderzoek [kentekennummer auto] i.v.m. schietincident, -zakelijk weergegeven-:

Op dinsdag 9 augustus 2016 hebben wij, verbalisanten, een onderzoek verricht aan het motorvoertuig zijnde een witte [merk auto] voorzien van het kenteken [kentekennummer]. Dit in verband met een schietincident. Bij onderzoek aan het motorvoertuig zagen wij dat de achterruit was gebarsten. Tegen de houten rand van een luidspreker zagen wij een mogelijke schotbeschadiging. Bij onderzoek in de kofferbak hebben wij een gefragmenteerde loden kogel gevonden.

Bijlage 7

4. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier bij voornoemd korps, voor zover inhoudende, als proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], -zakelijk weergegeven-:

Afgelopen vrijdag was ik samen met mijn vrienden [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] in de auto van [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] trad op als bestuurder. Iets na 21:00 uur, nadat wij van het huis van [slachtoffer 1] waren weggereden, zag ik dat in de straat voor een perceel dicht bij de bocht, de jongens genaamd [jongen 1], [jongen 2], [verdachte] bijgenaamd [bijnaam verdachte] en [medeverdachte] stonden. Toen wij voor hun langsreden, zei [verdachte] iets tegen ons, maar we hadden hem niet goed gehoord. [slachtoffer 1] vroeg hem vervolgens wat hij zonet had gezegd. Ik zag dat alle vier, [jongen 1], [jongen 2], [verdachte] en [medeverdachte] toen een vuurwapen ter voorschijn haalden en deze in hun handen hielden. Ik schreeuwde tegen [slachtoffer 1] dat hij door moest rijden, omdat ze allemaal een vuurwapen hadden. [slachtoffer 1] gaf toen meteen gas en reed door. Ik keek naar achter en zag dat [medeverdachte] en [verdachte] schoten losten in onze richting op de auto. Ik weet niet zeker hoeveel schoten er op ons gelost werden, maar ik zag de vlammen van de vuurwapens en de achterruit van de auto kreeg twee kleine kogelgaatjes erin. Deze achterruit spatte vervolgens uit elkaar. Door de handeling en uitlatingen van [medeverdachte] en [verdachte] voel ik mij in mijn leven en veiligheid bedreigd.

Bijlage 39

5. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 22 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], voornoemd, voor zover inhoudende, als proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3], bijgenaamd [bijnaam slachtoffer 3], -zakelijk weergegeven-:

Op 5 augustus 2016, omstreeks 21:00 uur, bevond ik samen met mijn vrienden [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1], in de personenauto van de broer van [slachtoffer 1], zijnde een witte [merk auto]. [slachtoffer 1] trad op als bestuurder. Toen wij van het huis van [slachtoffer 1] vertrokken, reed [slachtoffer 1] in noordelijk richting weg. [slachtoffer 1] woont in dezelfde straat als ik, in [naam wijk]. Gekomen bij de bocht ter hoogte van perceel [perceel], zagen wij [medeverdachte] met [verdachte] bijgenaamd [bijnaam verdachte], [jongen 1], [jongen 2] en een andere jongen wiens naam ik niet weet voor perceel [perceel] staan. Toen [slachtoffer 1] langs reed, zei [verdachte] iets tegen hem. Ik had niet gehoord wat [verdachte] gezegd had, maar [slachtoffer 1] antwoordde hem dat hij niet bang van hen was. Hierna zag ik dat alle vijf jongens een vuurwapen tevoorschijn haalden en deze in hun handen hielden. [verdachte] en [medeverdachte] waren vooraan en ik zag vlammen uit hun vuurwapens komen. Ik hoorde een schot afgaan en zag dat de achterruit twee kleine kogel gaatjes kreeg. [slachtoffer 1] reed weg met hoge snelheid en de achterruit barstte daarna.

Bijlage 8

6. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als verklaring van de getuige [getuige 1], -zakelijk weergegeven-:

Afgelopen vrijdag, iets na 21:00 uur, stond ik samen in de tuin voor ons huis. Ons huis is in de bocht van de tweeverdiepingshuizen te [naam wijk], in dezelfde straat als het kantoor van de bario politie. Een groep jongens stond voor het adres [adres]. Ik weet niet hoeveel jongens er waren, maar [medeverdachte] en [verdachte] waren samen met de jongens. [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] reden samen in de auto van [slachtoffer 1], zijnde een witte [merk auto], langs de groep jongens. Toen [slachtoffer 1] voorlangs de groep jongens reed, zag ik dat [medeverdachte] en [verdachte], met iets wat lijkt op een vuurwapen, op de auto van [slachtoffer 1] schoten. Ik hoorde drie schoten en zag ook de vlammen uit de vuurwapenen komen.

Bijlage 9

7. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 10 augustus 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als verklaring van de getuige [getuige 2], -zakelijk weergegeven-:

Afgelopen vrijdag, iets na 21:00 uur, stond ik in mijn tuin. Mijn woning is in de bocht van de straat, van waar het kantoor van de Polis di Bario van [naam wijk] gelegen is. Er stond een groep jongens aan de overkant van de weg. Ik zag dat vier van de jongens een vuurwapen in hun handen had. Ik weet niet hoeveel jongens er aanwezig waren. Tussen de groep jongens waren [medeverdachte] en een jongen die ik als [verdachte] ken. Ik zag dat de auto van [slachtoffer 1], zijnde een personenauto van het merk [merk auto] model [model auto] en witkleurig voorlangs voornoemde groep reed. Volgens mij trad [slachtoffer 1] op als bestuurder van de auto en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zaten ook in de auto. Toen de auto van [slachtoffer 1] voorlangs voornoemde groep jongens reed, zag ik, dat vier van de jongens een vuurwapen in hun handen hadden. [medeverdachte] en [verdachte] waren twee van de jongens. [medeverdachte] en [verdachte] losten in totaal drie schoten op de auto van [slachtoffer 1]. Ik denk dat de achterruit van de auto van [slachtoffer 1] vernield werd.

8. De verklaring van de verdachte, op 24 maart 2017 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:

Ik word [bijnaam verdachte] genoemd.

Bewijsoverwegingen

De raadsvrouw heeft aangevoerd dat het bewijs in deze zaak alleen volgt uit getuigenverklaringen, terwijl de verdachte volhardt dat hij niet ter plaatse was en het daarom de vraag is of er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor een veroordeling.

In het dossier bevinden zich de verklaringen van aangevers [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], die alle drie de verdachte noemen als degene die samen met mededader [medeverdachte] op de auto waarin de aangevers zich bevonden heeft geschoten. In het dossier bevinden zich tevens verklaringen van twee onafhankelijke getuigen die het schietincident hebben waargenomen. Beiden hebben de verdachte als schutter genoemd. Het gerecht heeft geen redenen te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen. Bovendien is uit onderzoek aan de auto gebleken dat de achterruit inderdaad was gebarsten, dat er een mogelijke schotbeschadiging werd aangetroffen en werd er in de kofferbak een gefragmenteerde loden kogel gevonden. Het gerecht acht dan ook voldoende wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte tezamen en in vereniging met mededader [medeverdachte] op de auto heeft geschoten.

De gedraging van de verdachte, het met een vuurwapen schieten op de auto met daarin aangevers [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], moet naar haar uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op het doden van die personen dat het niet anders kan dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op dit gevolg willens en wetens heeft aanvaard. Het gerecht acht derhalve bewezen dat verdachtes opzet, op zijn minst, voorwaardelijk was gericht op het doden van deze personen.

6 Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

1. Primair: medeplegen van poging tot doodslag, meermalen gepleegd,

strafbaar gesteld bij artikel 2:259 jo 1:119 jo 1:123 van het Wetboek van Strafrecht .

2. Medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen,

strafbaar gesteld bij artikel 2:334 jo 1:123 van het Wetboek van Strafrecht.

Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7 Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8 Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een drievoudige poging tot doodslag. Zij hebben meerdere malen met een vuurwapen op een auto geschoten, waarin drie personen zaten, waarbij kogels door de achterruit van deze auto zijn gegaan. Deze personen hadden hierdoor het leven kunnen verliezen. Dat de door de verdachte geloste schoten de inzittenden niet dodelijk hebben geraakt is niet aan de verdachte te danken. Uit de verklaringen van de inzittenden blijkt, dat zij doodsangsten hebben uitgestaan. Het schietincident vond bovendien plaats op de openbare weg in een woonwijk. Verdachte heeft zich daarbij op zeer roekeloze wijze gedragen en zich kennelijk niet bekommerd om de veiligheid van anderen. Door dit feit is de rechtsorde ernstig geschokt. Feiten als het thans bewezenverklaarde veroorzaken gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. Het gerecht rekent verdachte dit zwaar aan.

Tevens is door het schieten op de auto de achterruit geraakt en vernield, waardoor de verdachte en zijn mededader zich ook schuldig hebben gemaakt aan vernieling.

Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.

Ten voordele van verdachte neemt het gerecht zijn nog jonge leeftijd in aanmerking. In zijn nadeel geldt echter dat de verdachte al veelvuldig in aanraking is geweest met justitie en de onderhavige feiten gepleegd zijn tijdens een nog lopende proeftijd van een eerdere veroordeling.

Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9 Inbeslaggenomen voorwerpen

Teruggave

De teruggave zal worden gelast van de in beslag genomen mobiele telefoon van het merk Samsung, wit van kleur aan de verdachte, nu deze niet vatbaar is voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.

11 Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:13 en 1:62 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht .

12 Beslissing

Het gerecht:

verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;

verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;

kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van VIER (4) JAAR;

bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;

gelast de teruggave aan de verdachte van het in rubriek 9 genoemde voorwerp;

Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M. Schoemaker en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 13 april 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature