Bij bestreden beschikking heeft verweerder klager de disciplinaire straf van terugzetting in bezoldiging voor ten hoogste het bedrag van de laatste twee periodieke verhogingen voor de duur van twee jaren met ingang van de eerste maand volgende na dagtekening van dit landsbesluit opgelegd. Klager betoogt dat de bestreden beschikking in strijd is gegeven met het zorgvuldigheids- en evenredigheidsbeginsel. Klager betoogt voorts dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim. Het bezwaar is ongegrond.